-30- kosten aan gespendeerd zijn dan die 27 uur heb ik daar voor uitgerekend en daar kunt u het niet voor doen. Dat lijkt me stug. Inderdaad, u heeft gelijk, wij hebben niet zo sterk gelet op de mogelijkheden die benut zijn bij de kostenbesparing bij de Regenboog. Ik denk dat er een achtergrond zit. Kijk, nieuwe deuren sluiten beter, de besparingsmogelijkheden in zich in een school die daar al in een tijd van na de energiecrisis van 1973/1974 die gebouwd is, daar werd nadrukkelijk rekening gehouden met de besparingsmogelijkheden om het en ook in de tijd, zijn de onderhouds kosten zijn in zijn algemeenheid een punt geweest waar men op ging letten bij de bouw. Ik denk dat u dat toch in de gaten moet houden. Als ik het hele medegebruik wegcijfer, dus de kosten die als vooraftrek zijn opge voerd voor het totaal, dan kan ik aan de heer Huijpen zeggen dat daar 18,50 mee gemoeid is, dat wil zeggen dat er 5,25 zoals ik in eerste instantie gezegd heb voor het extra werk aan het groen bij komt en 18,50 voor het niet in beschouwing nemen van het medegebruik. Ik heb nog geen argumenten gehoord om dat niet op deze wijze te doen. De heer VAN OOSTERHOUT: Nou, ik probeer de discussie toch maar te behan delen alleen maar die zaken die in tweede instantie aan de orde kwamen en die dus geen herhaling betekent van wat ik eerder heb gezegd. Waarom, zo heb ik begrepen, vraagt de heer Rennings, relateren we dat nou aan de BaarlebosscheNou niet omdat er zomaar gezegd is van dat is het rijtje en het kan zo wel. Nee, er is gekeken naar de omgeving. Er is sprake van groen, gras, vervolgens is er sprake van bebossing en die relatie hebben we op de Baarlebossche ook. Wat dat betreft komt het veel beter overeen dan bij een sportveld en hebben we op grond daarvan gezegd, zoeken we die relatie daar. Dat is de onderbouwing ervan. De heer Huijpen heeft toch nog eens benadrukt het feit dat die energiebesparing wellicht mogelijk is door die jeugdigheid van de school, het feit dat de school betrekkelijk nieuw is dus. Bij oudere scholen ligt dat anders, maar ik stel vast dat bij oudere scholen die jeugdigheid eerder aan de orde was en er toen ook mogelijkheden waren. Ik stel vast dat het zo is dat er in de loop van de jaren op de school zelf een verminderd gebruik is ont staan ten opzichte van de voorgaande jaren en laat dat nou enigszins in gegeven zijn door het feit dat het een nieuw gebouw is, van isolatie in de zin van dubbele beglazing en dat soort zaken is ook in het nieuwe ge bouw geen sprake. Heel bewust is door het terugschroeven, door beleid, hier bespaard. Dan de onderhoudskosten stelt u, ja, die zijn ook veel problematischer bij een oudere school dan bij een nieuwe school. Ook daar geldt dat we via onderhoudschema's een bedrag hebben gepland, zoals we ook bij andere gemeentelijke gebouwen doen. Dat is opgebouwd. Nou, dat neem je mee. Daarmee is het onderhoud te doen en ja, ik vind elke school is een andere, maar er valt op een bepaald moment valt er toch te plannen wat de onderhoudskosten zijn en dat je toch heel duidelijk kunt aan tonen dat die kosten anders liggen lijkt mij dat je dan ook voor andere bedragen in aanmerking komt als je daar ook een beroep op doet. Naar mijn gevoel zijn de onderhoudskosten een voldoende raming en die zal naar mijn gevoel niet verhoogd hoeven te worden. De heer Wijnen zegt van ja, je meet met twee maten als je nu vanavond een bedrag vaststelt en achteraf pas tot de conclusie komt wat het moet gaan kosten of waar het bijzonder onderwijs per leerling recht op heeft. Ik denk dat de bedoeling ook is dat je vanavond een bedrag vaststelt, laat ik dat vaststellen, maar mocht het nou, gegeven het feit dat we hier een berekening voor hebben liggen die we eerder hebben toegepast, waar we eerder duidelijkheid over hadden, mocht het dan nog zo zijn dat we achteraf tot de conclusie komen dat die kosten veel hoger uitvallen, dan dat we eigenlijk vorig jaar hebben vast gesteld en nu zouden continueren, want wat heet bestendig beleid, dan

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 87