-27-
het bedrag wat nu is voorgesteld kan bekostigen en dan heeft de gemeente
daar ook mee te rekenen en de scholen uiteraard ook. Ja, mijnheer
Rennings zegt, met het groenonderhoud zou je de feitelijke kosten moeten
kunnen volgen, dat kun je bij de bijzondere scholen wel, achteraf, als
je ten minste beschikt over rekeningen dan, dan zou je dat kunnen, maar
hij geeft niet aan, terwijl hij wel zegt een bijstelling te willen, hij
geeft niet aan welke bijstelling precies of ik zou moeten begrijpen dat
het de bijstelling is zoals mijnheer Wijnen die wil. Dat is dan bij deze
vastgesteld. Al bij al zeg ik eigenlijk nog in de richting van mijnheer
Rennings, ja, ik begrijp dat hij ook in deze zaak wil overwegen, maar
ook eerder in het onderwijs om bezuinigingen vraagt en dat het nu eigen
lijk toch, met name bij de begrotingsbehandeling, maar nu toch eigenlijk
hier, ondanks dat het niet nodig is voor de openbare school, toch eigen
lijk dat bedrag op tafel wil leggen en dat geldt niet alleen voor de heer
Rennings. Ik beluister dit, zoals ik eerder al zei aan het begin van de
avond ook, zodra we moeten bezuinigen, hier gaat, misschien terecht, mis
schien ten onrechte, dat mag iedereen voor zichzelf beslissen, toch ook
een fiks bedrag mee gemoeid zijn.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, eigenlijk heb ik een beetje het schaam
rood op de kaken, want de wethouder heeft een punt aangesneden wat in
ieder geval uit de ambtelijke adviesnota onmiskenbaar blijkt, dat door
het beheer van de openbare school de kosten niet onaanzienlijk zijn ge
daald. Ik heb, ja, ik heb het in eerste termijn niet genoemd, maar als
je kijkt naar de cijfers uit die ambtelijke nota, als je dan 1982 met
een veel dunner bezette school vergelijkt met de kosten die in 1985 zijn
voorzien en daarbij is rekening gehouden met het werkelijke kostenplaat
je, dus de werkelijke uitgaven over 1982 en 1983, dan kom je tot een be
zuiniging, alleen op verlichting, verwarming en schoonhouden, tussen '82
en '85 van ruim 5.000, Sla je dat om over 150 leerlingen, dan be
tekent dat dat het schoolbestuur, de gemeente, door met behulp van de
leerkrachten daar maar liefst 34,70 per leerling heeft bezuinigd in
de kostensfeer. Dat is niet niks en als wij in commissieverband, wanneer
het niet gaat over onderwijs maar anderszins zeggen van nou, er is op
het gebied van de energiebeheersing nog heel veel mogelijk, ja, dan moet
ik eigenlijk zeggen het college heeft gelijk. Dat geldt niet met de norm
van het onderhoud van het groen. Dat is een betrekkelijk willekeurig ge
kozen norm die we hier in de gemeente hanteren en de wethouder maakt voor
mij niet duidelijk dat op een grootschalig gebied als de Baarlebossche
dat daar niet op een veel efficiëntere manier onderhoud gepleegd kan wor
den dan bij een kleinschalig gebied als van de openbare school. Met be
trekking tot dat aspect ben ik nog steeds bereid het voorstel van de heer
Wijnen te steunen. Een beetje enige schaamte omdat we dat punt van de
kostenbesparing niet hebben gesignaleerd.
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, dat de energiekosten bij de
openbare school laag liggen vindt natuurlijk het feit in zeg maar in de
jeugdigheid van de school. Dat die bij de bijzondere scholen hoger liggen
spreekt voor zichzelf in verband met ouderdom.
De heer RENNINGS: Ik bedoel dat de kosten teruglopen. Met andere woorden
als ze tussen vorig jaar, tussen vier jaar geleden en nu de kosten terug
lopen, dan kan dat niet een gevolg zijn van de ouderdom van de school,
dan is dat een bewust beleid om zuiniger met energie om te gaan.
De heer HUIPEN: Natuurlijk, ik ontken ook niet dat er dus door effectie
ver om te gaan met energie dat daardoor de kosten niet omlaag zouden kun
nen, maar feit blijft dat wanneer de gebouwen ouder zijn dat vanzelfspre
kend de energiekosten hoger liggen. Datzelfde geldt ook voor de onder-