-25- terne factor, die is ^namelijk niet impliciet aan de berekening. Die hebben we niet direct in de hand. Laat die dus even buiten beschouwing. Maar die feiten, voorzitter, die heb ik gemist en wij met zijn allen hier zijn toch ook enigszins schoolbestuur en we moeten op die manier toch ook met onze middelen zo zuinig mogelijk omgaan. Daar waar eerder op de avond van verschillende zijden is gesproken over bezuinigen. Bij agenda punt 4 is op het punt van bezuinigen van bepaalde bedragen aan de orde geweest en hier ligt een fors bedrag wat je in feite bezuinigd door be wust beleid te voeren en ik krijg de indruk dat daar vanavond dan een forse streep door wordt gehaald. Nogmaals, ik stel vast dat er best een groot verschil is, maar er zijn aanleidingen voor en ik miste die. Dan naar de heer Wijnen toe, die een paar opmerkingen heeft gemaakt en die zich eigenlijk in eerste instantie afvraagt kunnen nou die bijzondere scholen ook met dit bedrag uitkomen. De heer Rennings geeft het antwoord, van ja, dat zou je eigenlijk aan de hand van de rekening moeten zien en die rekening hebben we niet. Als die scholen er niet mee uitkomen, dan zijn er mogelijkheden voor die scholen en ik zou niet zover willen gaan dat gezegd zou moeten worden dat we ons daarachter verschuilen. Dat is helemaal niet zo. Heel duidelijk hebben we de berekening die hier voor ligt als raad vorig jaar unaniem gefiatteerd bij de vaststelling en we hebben hem opnieuw opgezet en ik zou zeggen op dezelfde manier, niet an ders dan toen en als we die dan nu ook toepassen en het leidt tot de con clusie dat scholen er niet mee uitkomen, omdat hun leerlingenaantal juist dalend is en zij dus in bijzondere omstandigheden verkeren, is er aanlei ding om op die manier dus een verzoek te richten en tot een andere vast stelling te komen. Dan, voorzitter, over het feit dat er eerder, zoals de heer Wijnen zegt, ook al problemen waren bij de behandeling. Ik dacht dat die problemen, waar hij dan op doelde, waarom de problemen, kortom hoe ga je nou specifiek die kosten vastleggen en hoe ga je die nou verde len. Er is inderdaad een forse discussie over gevoerd, er is veel over gezegd en geschreven, maar bij de vaststelling vorig jaar uiteindelijk 1 januari als ik het goed heb, '84 dus, gekozen voor deze opstelling, deze verdeling en die hebben we ook nu opnieuw nauwgezet toegepast. Dan de vraag of de vraagstellingen, zou je kunnen zeggen, met betrekking tot het medegebruik. Ik deel die eigenlijk helemaal niet, laat ik dat vooropstellen. Waarom We hebben met betrekking tot het medegebruik pre cies gevolgd de richtlijnen die het ministerie daar ook voor geeft, pre cies gevolgd de bedragen die daar voor staan, zoals ook in eerdere in stantie is gezegd en ik denk dat dat in eerdere instantie ook zorgvuldig is gebeurd en ook deze keer zorgvuldig is gebeurd en het aantal uren dat er gebruik van wordt gemaakt van de openbare school door anderen dan de school zelf, daar is een nauwgezette inventarisatie van. Het is dus niet zo dat dat met de losse hand, of uit de losse pols zomaar even op tafel is gebracht. Het is een nauwgezette specificatie of raming van en ik zou dus zeggen dat alles gebeurd is conform datgene wat het ministerie daar zelf ook voor als richtlijn hanteert. Ook niet de opvatting die ik proef de bij de heer Wijnen, dat er sprake zou zijn van toch maar een onbeperkt gebruik. Ik denk dat het medegebruik juist heel beperkt is, omdat het medegebruik zorgvuldig wordt afgewogen tegen de belangen van de school. In het weekend en op andere dagen, als er bijvoorbeeld vakanties zijn, dan is het medegebruik juist ook beperkt naar de wijkvereniging toe met name. Dat levert zelfs wel eens problemen op waar we dan voor staan. Dus dat men onbeperkt maar gebruik maakt omdat dat ingegeven zou zijn, of dat de cijfers dat zouden ingeven, dat betwist ik. Zoals bij de eerdere vaststellingen blijf ik erbij dat het bedrag terzake van het medegebruik heel reëel is, want anders zou je kosten die in feite niet betrekking hebben op onderwijs, via de onderwijspost subsidiëren. Dat denk ik dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 82