-23- Laten we daar nou dat andere bedrag bij optellen, dan kom je op 24, per leerling, wat voor 1985 volgens ons een reële raming is, dan wat u in het preadvies heeft opgevoerd. Kijk dan zitten we ongeveer op het ni veau van 1983 wat we toen als reële kosten voor het bijzonder onderwijs hebben laten gelden en dat is dan nog 7,minder dan het bedrag wat voor 1984 werd vastgesteld. Ik denk dat dat dan aardig in de richting komt. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, onze fractie heeft ook nogal wat problemen met betrekking voor het bedrag wat genoemd staat onderhoud groenvoorziening. De openbare school zou 879 m2 op jaarbasis 880, gaan kosten. Laten we eens uitgaan dat er 10 weken niets aan gedaan wordt De winterperiode die kan natuurlijk, het is een gemiddelde norm, langer en korter duren. Dit jaar duurt hij wat langer, maar dan zouden we dus 40 uur, of 40 weken a 2 uur per week dat zijn 80 uren a 32,50, dan komt men aan een bedrag van om en nabij de 2.500,ruwweg afgerond. Een tuin van 1000 m2 onderhouden a 1,04 per m2 dat lijkt ons irreëel. Het bedrag is dan wel gerelateerd aan het onderhoud Baarlebossche, rust op een besluitvorming van de raad toentertijd en wat onze fractie zich afvraagt dat is dat die besluitvorming toentertijd wel zo juist geweest is, want nogmaals een tuin onderhouden van bijna 1000 m2 voor 900, op jaarbasis dat lijkt ons irreëel. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, met de vorige sprekers constateer ik dat het leerlingenbedrag spectaculair gaat dalen. Ja, dat is een ge volg van een groeischool, een nieuw gebouw ten opzichte van scholen met een dalend leerlingenaantal in wat verouderde gebouwen. Ik denk dat met de wet in de hand we niet anders kunnen dan dit preadvies van het college volgen, want het gaat toch wat te ver om aan het openbaar onderwijs meer geld uit te geven dan nodig is om daarmee het bedrag per leerling voor de bijzondere scholen op te trekken. Als de raming te laag is voorzitter, dan zal bij vaststelling van de rekening achteraf de bijzondere onderwijs, bijzondere scholen automatisch profiteren van een hoger bedrag per leer ling. Ik denk dat we dat beter achteraf kunnen doen dan nu al vooraf dat bedrag te verhogen zonder dat we weten of dat wel echt nodig is. De heer RENNINGS: Voorzitter, het is juist, zoals in het preadvies wordt gesteld, dat indien er in de gemeente openbaar onderwijs is,het bedrag per leerling wordt vastgesteld met toepassing van artikel 55 bis van de Lager-onderwijswet 1920, maar het is evenzo juist dat het vast te stellen bedrag per leerling voldoende moet worden geacht voor de redelij ke behoefte van een in normale omstandigheden verkerende school in de gemeente. Als gemeenteraad hebben wij onze eigen verantwoordelijkheid voor het gehele lager onderwijs in deze gemeente. We moeten ons niet ver schuilen achter de stelling dat G.S. in beroep maar moet uitmaken of het bedrag in die genoemde redelijke behoefte voorziet. Wij kunnen er niet aan voorbij gaan dat de Regenboog in exploitatie gunstig afsteekt ten opzichte van andere lagere scholen in onze gemeente. Althans dat moet je aannemen, want feitelijk kan je het alleen maar vaststellen op het moment dat je ook van de andere scholen exploitatierekeningen hebt. Een goed gebouw, goed ingericht, een optimale centrale verwarming, gemakkelijk schoon te houden en noemt u maar op. Met name de kosten van verwarming, schoonhouden en verlichting zijn voor de Regenboog bijzonder laag. In '85 wordt nog een andere ontwikkeling scherp duidelijk, te weten die van het verloop van het aantal leerlingen. Op de oudere scholen lopen de leerlingen terug, de leerlingenaantallen terug, op de jonge Regenboog nemen ze toe. Met het gevolg en ik citeer dan de ter inzage gelegde ambtelijke advies-nota, dat als gevolg hiervan de exploitatievergoeding

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 80