-17- De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik wil dit opmerken. Hij kan de no tulen erop nalezen. De VOORZITTER: Nee, maar dat klopt. Dat heeft de heer Wijnen inderdaad gezegd. Wij hebben onze twee instanties achter de rug, hebben buiten de besluitvorming een vraag van de heer Den Braber, met betrekking tot de uitleg van artikel 5, lid 2A, waarvan hij de raad vroeg uit te spreken dat daarmee niet bedoeld wordt dat men niet aan politieke discussies kan deelnemen. Ik heb begrepen dat niemand daar problemen mee heeft. Akkoord. Dan met betrekking tot de besluitvorming die op grond van het voorstel voorligt, stel ik vast dat een meerderheid in de raad de subsidiëring van de Vredeswerkgroep uit het programma wil halen. Ik neem aan dat nie mand daarover stemming wil hebben. Dan stel ik vast dat de Partij van de Arbeid aantekening wenst van het feit dat zij tegen de hoge prioriteit is die gegeven is aan het bejaardenwerk en aan de methodiek van de in standhoudingssubsidie. Mag ik aannemen dat de heer Rennings, omdat hij er in tweede instantie niet op is teruggekomen, akkoord gaat met het feit dat met het bestuur van de Stichting Peuterspeelzalen wordt gesproken over de zaak Dan neem ik aan dat ik met die kanttekeningen mag conclu deren dat het programma Mijnheer Videier De heer VIDELER: Ik wou toch nog wel graag, dat heeft de wethouder mij met niet evenveel woorden toegezegd, maar dat hij mij ten aanzien van die verhoging nog wat verder informeert. De VOORZITTER: Ja, dat heeft hij wel zo toegezegd. Hij heeft bedoeld dat te doen. Ik concludeer dat wij dan met die kanttekeningen vaststellen het Programma 1985 specifiek welzijn, het Programma 1985 sociaal-cultu reel werk, het Programma 1985 emancipatiewerk, de subsidielijst 1985 maatschappelijke dienstverlening; dat wij de bezwaarschriften van de wijk- verenigingen Het Spui en Velletri gedeeltelijk gegrond verklaren en daar mee ook de 4e wijziging van de gemeentebegroting 1985 vaststellen Dank u wel. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten, onder aantekening dat de fractie van de Partij van de Arbeid tegen het geven van een hoge prio riteit aan het bejaardenwerk en aan de methodiek van de instandhoudings subsidie is. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde: 5. Voorstel tot 120e wijziging van de begroting 1984 in verband met de 2e wijziging begroting Algemene dienst van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitterinmiddels is op het terrein van de dienst gemeentewerken voor deze probleemstoffen geplaatst. Naar aan leiding van dit voorstel een vraag: Zouden wij op de hoogte kunnen worden gehouden van het effect van de plaatsing Met andere woorden, mijnheer de voorzitter, hoe wordt er ingezameld en wat, want het is toch zo, als ik goed geïnformeerd ben, dat er een logboek moet worden bijgehouden. De heer VAN EIJKEREN: Dat laatste is correct. Dat wordt exact bijgehouden wat wordt aangeboden, welke hoeveelheden en wat voor soort stoffen en ik weet niet precies meer zo uit het hoofd welke afspraken we bij het totstandkomen ervan in de commissie hebben gemaakt, maar dat moet ten minste zijn geweest dat we zouden evalueren na een jaar, maar ik kan me voorstellen dat het weinig problemen oplevert om, laten we zeggen na een

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 74