-9 aankomt op middelen die u ons ter beschikking kunt stellen.Dan heb ik mijnheer Rennings met betrekking tot de peuterspeelzaal nog een antwoord te geven, terwijl ik dat dacht ik ook heb gedaan bij de commissievergade ring, toen hij op dat punt opmerkingen maakte. Ik zou die opmerking zoals u die daar hebt neergelegd in verband met het terugschroeven van het leerlingental van 22 naar 20, in elk geval onder de aandacht brengen. Ik vind het alleszins de moeite waard. Als het bestuur dat voor zijn re kening neemt moet daar iets anders tegenover staan. Ik zou langs de an dere kant willen opmerken dat het in de financiële sfeer heel marginaal blijft, naar wat ik later heb vastgesteld. Maar dat doet aan de opmerking niets af. Dan in de richting van mevrouw De Raad, voorzitter. In tweede instantie is de fractie van mevrouw De Raad akkoord met ons voorstel in zake de beantwoording van het bezwaar van de wijkverenigingen Spui en Velletri. Dat vind ik aardig. Ik denk dat uw opvatting zowel als ik dat naar de heer Videier toe heb gezegd met betrekking tot de Vredeswerkgroep niet de mijne is. Ik denk dat het antwoord wat ik aan de heer Videier heb gegeven, ik voldoende duidelijk ben geweest en u verder op dit punt niet meer hoef te beantwoorden. Mijnheer Den Braber die heeft, zoals ik al zei, op de voet van de heer Rennings, gesproken over de wijze waarop dit programma laat aan de orde is. Ik moet zeggen dat ik dat ook betreur, want in feite is het zo dat je bij het vaststellen van de begroting het budget in zijn totaliteit al vastlegt omdat je dan achterop nog eens een keer komt met de wijze waarop je dat budget verdeelt, of wil verdelen over de verschillende sectoren en subsidiecategorieën. Dat is een trieste zaak. In het voorgaande jaar konden we er gelukkig wel in slagen. Ik denk dat dat ook heel fijn is voor de verenigingen, dat ze daar op tijd kennis van kunnen nemen, net zo goed als wij het fijn vinden als we onze begro ting op tijd hebben vastgesteld. Gelukkig, maar dat is een regeling die dan zou je kunnen zeggen, een doekje voor het bloeden dient, is er een overgangsregel waarbij ze in elk geval 4/12 de vereniging althans die in de subsidielijsten voorkomen, 4/12 van het subsidiebedrag van het voorafgaande jaar, althans voorlopig kunnen besteden. Maar dat neemt niet de problemen weg die er zijn met betrekking tot de vaststelling op dit moment. Welke modderfiguren dat we hier slaan, ja, ik hoop dat mijnheer Den Braber dan alleen de tijdspanne en de procedure, voorzover die met tijd te maken heeft, bedoelt, maar dat hij niet bedoelt de wijze waarop er toch, met de zorg die daaraan besteed kon worden, in het programma is neergelegd en voor wat de inhoudelijke kant ervan betreft. De maatre gelen die wij zouden moeten nemen met betrekking tot de capaciteit van afdeling 2, ik denk dat met de arbeidstijdverkortingen in het vooruit zicht en de arbeidstijdverkorting die we al hebben gerealiseerd, we niet zo maar waar dan ook capaciteit vandaan kunnen halen intern. Ik denk nog maals dat u die ons ter beschikking zou kunnen stellen. Dan het feit dat u aantekening wenst, dat nemen we dan, met betrekking tot de subsidie- ering aan het Bejaardenwerk Oudenbosch, daar nemen we nota van. Ik heb het idee dat u ook niet bedoelt daarover te discussiëren. Het subsidie beleid met betrekking tot culturele manifestaties, dat moet er komen. We hebben in de commissie vastgelegd in november, als ik het wel heb. Ja, de werkzaamheden met betrekking tot de vaststelling van het programma en dan de normale dagelijkse werkzaamheden, die verhinderen dat wij op dit terrein op dit moment een oplossing of een voorstel kunnen doen, maar nogmaals de toezegging is in deze gedaan en ik heb er gelukkig, moet ik zeggen, op dat moment geen tijdsaspect aan gekoppeld. Derhalve zullen we voorlopig nog met ad hoc-oplossingen moeten werken. Naar mijn gevoel de enige reële mogelijkheid. U heeft in de commissie gevraagd naar hoe het zit met de overheveling van de akkommodatiegelden naar het programma, dat is een besluit geweest van de raad in december 1983. Naar ik deze

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 66