-5-
den in de conclusies van het preadvies, gehoord hebbend de commissie,
met dien verstande dat de opmerking over de peuterspeelzaal inmiddels
is gemaakt. Dank u wel.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROPJa, mijnheer de voorzitter, in de commissie
zijn wij al inhoudelijk op het programa 1985 ingegaan. Prioriteitstelling
enz. daar zijn wij allemaal mee akkoord gegaan. Wij hadden twee punten
waar wij nogal wat moeite mee hadden. Dat was namelijk wat de wijkvere-
niging betreft, wij waren in eerste instantie tegen de verhoging van 10%
naar het percentage van 15% van de kosten van de goedgekeurde aktivitei-
ten en wel om de argumentatie die daaraan ten grondslag lag. De wijkvere-
nigingen kregen minder subsidie omdat de aktiviteiten zoals sjoelen en
bingo etc. waren geschrapt en omdat er toch nog enige ruimte in het bud
get zat van de wijkverenigingen wilde men het percentage verhogen. Dat
was volgens ons niet de bedoeling. Maar, mijnheer de voorzitter, achter
af kunnen wij ons toch wel vinden in de argumentatie die ook in de com
missie welzijn naar voren is gebracht om de wijkverenigingen gelijk te
subsidiëren zoals de jeugdverenigingen gesubsidiëerd worden, die evenals
wijkverenigingen dus een vast basisbedrag hebben plus die 15% en wij
vinden eigenlijk dat dat wel gelijk gewaardeerd mag worden. Vandaar dat
wij toch wel met die 15% mee kunnen gaan. Wat de Vredeswerkgroep betreft,
daar hadden wij ook nogal problemen mee en die problemen zijn er eigen
lijk voor ons nog. De publikatie van deze werkgroep heeft naar onze me
ning een duidelijk politieke signatuur. Dat is in strijd met de verorde
ning. Die zegt dat men geen godsdienstige of politieke aktiviteiten mag
verrichten. Vandaar dat onze fractie niet akkoord kan gaan om de Vredes
werkgroep subsidie te verstrekken. Dat is eigenlijk wat wij op dit moment
te zeggen hebben op het programma specifiek welzijn.
De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie heeft in hoofd
zaak twee problemen met het welzijnsprogramma 1985. Dat is ten eerste
dat het te laat wordt vastgesteld door de raad en ten tweede dat dit ge
baseerd is op een onderzoek van het uitgevoerde werk in de afgelopen
jaren. Die afgelopen 3 jaar is er zo'n 5 miljoen naar het welzijnswerk
gegaan. Vanwege de capaciteit, het gebrek daaraan, hebben we nog steeds
niet kunnen onderzoeken of we nou wel op de goede manier bezig zijn met
die 5 miljoen en dat wordt nu dus bijna 7 miljoen als we dit jaar achter
de rug hebben. Wij vinden dat in feite onverantwoord. Het is bovendien
in strijd met de procedureverordening, waarin staat dat die evaluatie
jaarlijks dient plaats te vinden. Wij vinden eigenlijk dat het gemeente
bestuur eigenlijk een modderfiguur slaat met deze gang van zaken, want
ze houdt zichzelf niet aan de procedure, ze houdt zichzelf niet aan de
tijdsplanning en dat terwijl we aan de organisaties en instellingen al
lerlei regeltjes opleggen, 1 april, 1 juli enz. en bovendien in de uit
gangspunten van het vigerende welzijnsplan is opgenomen de stelling dat
de gemeente aan zichzelf dezelfde eisen zou stellen als die gesteld wor
den aan het uitvoerende werk. Mijn fractie,voorzatter, dringt er dan bij
het college ook op aan om op zo kort mogelijke termijn binnen de budget
taire ruimte die daar in de begroting '85 voor is vastgesteld, die maat
regelen kan nemen dat wij volgend jaar bij de vaststelling van het pro
gramma '86 niet andermaal met dezelfde kritiek zouden moeten komen, want
wij vinden dat we procedureel gezien toch aardig uitermate slordig bezig
zijn op dit moment. Bovendien vrezen wij het ergste voor nieuwe ontwikke
lingen in het welzijnsterrein die op de rol staan en waarvan wij niet
in kunnen zien hoe die nou in Oudenbosch gestalte zullen moeten krijgen,
gemeentelijk ondersteund. Wij vrezen het ergste wat betreft het opstellen
van het nieuwe welzijnsplan, want we gaan het toch niet meemaken, voor
zitter, dat we dat voor 4 jaar weer gaan vaststellen, zonder één keer
gekeken te hebben wat er in de afgelopen 4 jaar zoal gebeurd is. Boven-