-50- advies mag uitbrengen, maar u probeert nu via uw voorstellen het kader waarbinnen dat mag dat moet wel het CDA-kader zijn. Daarbinnen mag iedereen zijn uitspraken doen. Dat is wel de consequentie van uw voorstel. Dat is volstrekt verwerpelijk. De VOORZITTER: Wethouder, ik denk dat dat niet afdoet aan het feit dat de fractie van het CDA het voorstel kan doen en dat het aan de raad is om te bepalen wat de opvatting ten aanzien daarvan is en dat bepaalt met elkaar het democratische gehalte en niet of één man het voorstel doet, danwel of het uit een fractie komt. Ik denk dat we wat dat betreft recht moeten doen aan de situatie waarin we hier met elkaar zitten. De heer VAN EIJKEREN: Dat neemt niet weg dat ik er als portefeuillehouder er behoefte aan heb om te waarschuwen voor de manier waarop we hier wer ken met commissies. De VOORZITTER: Had mijnheer Wijnen nog meer voorstellen De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, wij hebben één antwoord gemist, namelijk, maar misschien kan de wethouder dat nog wel even geven, wat betreft de criteria in de commissie openbare werken en ruimtelijke orde ning zou kunnen gaan geschieden waar de verbetering van de woonomgeving aan de orde zou kunnen komen. We hebben daarbij een suggestie gedaan en misschien dat de wethouder nog op kan reageren. De VOORZITTER: Daar heeft de wethouder op gereageerd met de mededeling dat hij daar in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening op terug zou komen. De heer DEN BRABER: Ik zou de raad willen voorstellen om uit te spreken dat in het kader van de internationale samenwerking en verbroedering de aandacht primair gericht gaat worden op een Derde Wereld-project. De VOORZITTER: Primair, dat wil zeggen zelfs met voorbijgaan aan de jume- lage met Putte Want dan is het, als het primair is, dan betekent dat dat u De heer DEN BRABER: Primair laat ik eruit. De VOORZITTER: Ja, oké. De heer DEN BRABER: Dan geen voorstel, voorzitter, maar wel de aanteke ning van mijn fractie dat wij tegen de verhoging van de post musea zijn wegens of voor het instandhouden van het Natuur-Historisch Museum. De VOORZITTER: Dan hebben we daar alvast een aantekening van gemaakt bij het totale besluit straks. Akkoord, dan zijn we nu toe aan het stemmen. Ik zal eerst de niet-finan- ciële voorstellen in stemming brengen. Ik neem aan dat zich daar niets tegen verzet. Mag ik eens even kijken wie als eerste mag beginnen, secretaris De loting wijst aan dat de heer Huijpen (nr. 9 van de presentielijst) als eerste stemt. De VOORZITTER: Allereerst kant in stemming het voorstel dat algemene en be stuurlijke zaken advies mag uitbrengen over de herbezetting naar aanlei ding van de arbeidstijdverkorting. Wie het voorstel steunt zegt vóór en wie dat niet steunt tegen. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Jongenelen, Van Hoek, Klijs, Wijnen, De Raad-Dillerop en Rubbens. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Huijpen, Videier, Du Pont, Rennings, Van Oosterhout, Van Eijkeren, Wierts, Hermes en Den Braber.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 50