-43- dat je daar ook bewijs voor hebt, zonder dat je dat voorziet van enige toelichting Ja, waar haal je het lef vandaan zou je zeggen. Ik heb dus het CDA, voor degenen die dat niet weten, een brief geschreven waar ik heb ingezet wat mij zo enorm stoort. Uiteraard de beschuldiging, maar ook het uitblijven van bewijsmateriaal, de tijd die men laat verstrijken voordat de zaak aan de orde wordt gesteld, het feit ook dat men zo maar tussen allerlei andere beschouwingen door plompverloren iemand wegzet voor bedrieger en misleider. Ja, kennelijk kan dat binnen het CDA en nu heb ik hen gevraagd om bij het begin van deze eerste ronde van vandaag om dat te corrigeren. Ik constateer dat dat niet is gebeurd. Tegelijker tijd constateer ik dat het CDA heeft nagelaten om bewijs te leveren. Ik heb nu gehoord, bewijs is er niet. Het CDA heeft nagelaten, wellicht ook gemakshalve, zich op de hoogte te stellen van de juiste of beter de on juistheid van haar beweringen. Het CDA heeft ook nagelatenwaar ze zelf al het onaanvaardbare heeft laten vallen> bestuurlijke daadkracht te ver binden aan haar eigen opvolging. Het CDA heeft nagelaten aan te geven welke bestuurlijke motieven zij heeft> om gezien deze voorgaande punten, de beschuldigingen blijkbaar gewoon te handhaven. Voorzitter, ik vind dat niet zomaar nalatig en ik gebruik het woord niet graag, maar ik ge bruik het woord nu heel bewust, dit is volstrekt onbeschoft. Volstrekt onbeschoft. Beschamend laks.Daar kun je je gewoon niet tegen wapenen, want als je je hult in stilzwijgen, ja, wat moet je er dan op zeggen. Dan zijn er geen argumenten en ik ben ook niet van plan om te gaan uit eenzetten hoe goed ik het zelf heb gedaan. Waar gekapt wordt vallen splinters, vallen spaanders en dat is ook hier het geval, maar ik hoef niet mijn onschuld te bewijzen, het omgekeerde is het geval. Dat gebeurt niet. Ja, ik ga daar de raad niet verder mee belasten. Ik streep ook nog maar een deel van mijn verhaal, voorzitter, dat vind ik op dit moment gewoon wat geschikter. Ik moest mijn ei kwijt, ik ben mijn ei ook kwijt. U heeft een brief gekregen van mij. U weet wat ik ervan vind nu. Ik heb dat heel duidelijk gezegd. Ik zit verder met de vraag waarom er niet sprake is van gewoon menselijk of bestuurlijk fatsoen wat je blijkbaar toch niet overal meer kunt verwachten, maar wat ik bij het CDA in het verleden ook wel eens gemist heb hoor, moet ik zeggen. Ik heb ook in mijn brief aangegeven waar, maar bij het CDA eist men het kennelijk alleen van anderen, niet van zichzelf. Daarom is het ook niet onverwacht dat men niet op mijn eis is ingegaan. Nogmaalsik vind het beschamend laag. Uit de reactie van mijnheer Klijs blijkt juist dat een zo grote fractie, met zoveel volwassen mensen, zo'n groot deel van de raad op dit niveau moet werken. Ik had het me drie jaar geleden voordat ik hier in dit ge zelschap hoe dan ook terecht kwam iets anders voorgesteld, maar, voor zitter, ik laat het erbij. Het is voor mij een afgedane zaak. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder. Mevrouw, heren, ons reglement van orde, of liever uw reglement van orde schrijft mij voor dat wij in prin cipe in twee instanties de begroting behandelen en ik denk dat waar wij allemaal zeer nadrukkelijk betrokken zijn bij het wel en wee van onze gemeenschap dat we er alsnog best twee instanties bij zouden kunnen doen. Ik denk dat het aan de andere kant niet verstandig is, dus ik zou u wil len voorstellen om de beraadslagingen inderdaad hiermee af te ronden. Dan komen we toe aan de besluitvorming. Ik heb een aantal concrete voor stellen met betrekking tot de wijzigingen van de begroting in uw beschou wingen aangetroffen en ik wilde eens even vaststellen of u het op prijs stelt om die voorstellen te handhaven. Allereerst heb ik bij het CDA een voorstel aangetroffen, een concreet voorstel, om 17.000,beschikbaar te stellen voor het opknappen van het honk van de Jagers. De wethouder heeft gezegd,ik heb morgen overleg. Wenst het CDA desondanks het voorstel te handhaven of wil de CDA-fractie het overleg van de wethouder afwachten

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 43