-42-
lager bedrag dan 650.000,kan. Om die reden is het zo geweest dat
we daar 200.000,af hebben gehaald en ik zou het volgende willen
voorstellen: Als we nu, want als ik over alternatieven ga praten dan
moet ik daar breedvoerig over ingaan en ik denk dat het op dit moment
niet zo terzake is, dat we in de sportraad over dat punt verder praten,
waarbij ik u zeg wat naar mijn gevoel voor dat bedrag voorzieningen te
treffen moeten zijn. En waar u zegt dat elke nieuwe sport of ook deze
nieuwe takken van sport, voor elke nieuwe sport dat wordt wat moeilijk,
want als we nou binnenkort een ijshockeyclub krijgen dan moeten we wel
licht ook een overdekte ijsbaan hebben en dat zou iets teveel worden van
het goeie denk ik en een golfclub misschien ook wel, maar daar waar deze
nieuwe takken van sport aan de orde zijndie een goede kans moeten krij
gen, dat deel ik en ik denk dat ik dat ook eerder heb gezegd dat mijn
opvatting is dat we daar ruimte voor moeten maken. Die ruimte die denkt
u al meteen te creëren door bijvoorbeeld kostbare overlappingen aan de
orde te stellen. Ja, u noemt dat een overlapping. Het is zo dat er sprake
is van verenigingen, meerdere verenigingen die dezelfde sport beoefenen,
u noemt dan voetballen, dat is met name aan de orde. Ik denk dat we moe
ten werken met de realiteit. Op de effecten voor de werkgelegenheid van
mogelijke privatiseringen daar wijst u ons op dat zoals u zelf al zegt
niet voor de eerste maal. Het is mij duidelijk dat het voor u een heel
teer punt is. In de commissie G.0. is ook toegezegd dat we daarover bij
de volgende gelegenheid op terugkomen. Ook ons is dat een zorg en wij
vinden dat we dat aspect zeker bij de privatisering moeten beschouwen
en daar waar het gaat om eigen werkgelegenheid de belangen van eigen me
dewerkers in eerste instantie veilig moeten stellen. Danvoorzitteris
er van de zijde van de fractie van de Partij van de Arbeid nog de opmer
king over de subsidiëring van de culturele manifestatieswaarvan ik al
ten dele of waarover ik al ten dele heb geantwoord. Niet ingegaan ben
ik op dat moment over de suggestie om de culturele raad te betrekken in
dit geheel. Ik kan in dat verband zeggen dat eerder, ik meen dat het
in '83 was, gesprekken hebben plaatsgevonden met de culturele raad en
mijn persoon. Op dat moment waren er twee problemen. Er was een financi
eel probleem en op de tweede plaats het probleem van capaciteit en moge
lijkheden van de culturele raad zelf. U weet dat die culturele raad op
dit moment met name naar het onderwijs toe aktiviteiten onderneemt, prima
aktiviteiten onderneemt en dat zij eigenlijk niet de mankracht en moge
lijkheden bezaten om dat ook veel verder aan te voeren naar eigenlijk
de hele gemeenschap toe. Dat was het tweede argument, maar nogmaals,dat
andere financiële argument stond er naast. Tot slot voorzitter, vind ik
het prettig om van de zijde van de fractie van de Partij van de Arbeid
steun te krijgen aan mijn adres inzake de toch wel grievende, zeer grie
vende, ik zeg het heel netjes, beschuldigingen die het CDA tegen mijn
persoon heeft gericht. Ik stel het op prijs dat de heer Den Braber wel
bij de medezeggenschapsraad, de voorzitter van de medezeggenschapsraad
is geweest, wel heeft onderzocht van zou er nou toch iets aan de hand
zijn Ik stel dat toch zeer op prijs dat hij constateert dat, met de
voorzitter van de medezeggenschapsraad heeft geconstateerd dat er eigen
lijk in de verste verte zoals hij dat zegt geen termen aanwezig zijn voor
de grievende beschuldigingen. Het doet mij goed dat er ook langs andere
kanten heb ik wat dat betreft ondersteunende bewoordingen gehoord. Ik
heb, of het was eigenlijk niet geheel onverwacht dat de CDA-fractie zich
en dat doe ik dan maar aan het einde van mijn beantwoording, aan alle
fracties, is het niet geheel onverwacht dat het CDA niet is ingegaan op
mijn eis voor het terugnemen van de geuite beschuldigingen van bedrog
en misleiding en het maken van excuses, want je vraagt heel wat, je eist
heel wat, maar het is natuurlijk ook niet niks. Als je zoiets zegt zonder