-3- b. het stuk, vermeld onder 11, ter voorbereiding van de besluitvorming, in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen; c. het stuk, vermeld onder 12, conform bijgevoegd ontwerp-schrijven te beantwoorden. 3. Voorstel tot: a. vaststelling van de begrotingen van de algemene dienst, de takken van dienst en de bedrijven voor 1985 met inbegrip van de meerjaren raming 1986 tot en met 1988 en het investeringsplan met meerjarenra ming Fonds Grote Werken 1985 tot en met 1989 b. vaststelling van de le wijziging van de algemene dienst, de takken van dienst en de bedrijven c. goedkeuring van de tarieven 1985 van de gemeentelijke centrale an tenne-inrichting De VOORZITTER: U hebt de antwoorden van het college ontvangen. Nu begrijp ik dat we even moeten stoppen,mijnheer Wijnen De heer WIJNEN: Wat mij betreft niet. De VOORZITTER: Ik denk dat we er dan de voorkeur aan moeten geven omals mijnheer Wierts er geen problemen mee heeft,hem allereerst het woord te geven en dan stappen we direkt terug in de volgorde zoals we die eerder hebben aangehouden. Het woord is aan de fractie van D'66, de heer Wierts. De heer WIERTS: Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Ik heb met waar dering kennis genomen van uw uitvoerige beantwoording van de in eerste termijn door de diverse fracties gestelde vragen. De opmerkingen die van mijn kant zijn gemaakt met betrekking tot een gestructureerde aanpak van de bezuinigingen heeft blijkbaar uw instemming. Ik ben dan ook zeer ver heugd dat ook andere fracties in de raad een dergelijke werkwijze voor staan. Ten aanzien van de door mij geconstateerde onevenwichtigheid in het investeringsprogramma, denk ik er goed aan te doen een blijkbaar hardnekkig misverstand tussen u en mij uit de wereld te helpen. Ik ontken niet dat welhaast vanzelfsprekend het accent in een dergelijke planning ligt op de eerste jaren, maar het mag als een goede wijze van besturen worden gezienindien we met ons allen gewend raken aan het idee dat het uiteindelijk op lange termijn denken maatgevend dient te zijn voor ons handelen. In een dergelijke zienswijze kunnen immers de consequenties in de richting van de burgers ook het best worden afgewogen. Het behoeft geen betoog dat wij thans landelijk gezien mede genoodzaakt zijn tot het nemen van drastische maatregelen omdat bestuurders voor ons de neiging hebben gehad juist hun korte termijn-beleid niet te plaatsen in een lange termijn-ontwikkeling. Ogenschijnlijk heeft dit in het verleden positief gewerkt, doch de confrontatie met de harde realiteit van vandaag werpt een heel ander licht op het toen gevoerde beleid. Begrijp me goed, ik wrijf het college een dergelijke politiek niet aan, doch in meen te moe ten waarschuwen voor de gevaren van korte baan-werk. Uw toezegging om over het fonds grote werken in de nabije toekomst met de raad van gedach ten te wisselen, heb ik met instemming begroet. Overigens merk ik hierbij tegelijkertijd op dat dit fonds nu niet moet worden beschouwd als een grabbelton voor de realisering van nieuwe wensen. Wel huldig ik de op vatting dat bij een beperking van de financiële ruimte gezocht moet wor den naar mogelijkheden om op creatieve wijze de budgettaire consequenties van op zich noodzakelijke aktiviteiten te beperken. Kortom een her-ijking van de aanwending van het fonds lijkt mij alleszins terecht. De wijze waarop u thans het gat in de begroting wenst te dichten kan, daar waar u ruimte schept via de consolidatieop mijn steun rekenen.Wel vind ik

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 3