-28-
in de orde van grootte zoals gesuggereerd is, dat het dan aanbeveling
verdient om vanuit ons college te pogen de gemeentebesturen met wie wij
samenwerken in de gemeenschappelijke regelingen te bewegen een zelfde
opstelling te kiezen als wij als gemeenteraad nuttig en nodig achten.
In dat geval kun je tevoren tot een afstemming komen en heb je een rede
lijke kans op succes op het moment dat je die zaken dan in de gemeen
schappelijke regelingen geagendeerd krijgt. De ervaring bij andere ge
meenten heeft geleerd dat dat langs een andere weg dan het opleggen van
uit de besluitvorming hier weinig effect sorteert. Dan wordt je uitein
delijk via de methodiek van de Wet op de gemeenschappelijke regelingen
uiteindelijk toch gebonden aan de uitgaven die dan in de begroting worden
vastgesteld. Dus ons voorstel is om het college op te dragen tegen een
aan te geven percentage te proberen die bezuinigingen langs die weg gere
aliseerd te krijgen. Ik denk dat met betrekking tot het percentage het
terecht aanbeveling verdient om in de vergadering van de commissie alge
mene en bestuurlijke zaken op 4 februari eens te kijken welk van de drie
aangedragen zich daar het beste toe leent. De fractie van het CDA vraagt
nog hoe groot het fonds grote werken op dit moment is. Nou per 1 januari
1985 is dat 1,7 miljoen gulden. Het is zeker zo dat om het exact te kun
nen weten het bijwerken van de rekeningen noodzakelijk is, maar de afwij
kingen die er daardoor inzitten, de achterstand die daar is, die zal bui
tengewoon gering zijn. Met betrekking tot het benutten van het fonds zijn
er kriteria op dit moment. In uw raadsvergadering, met name tijdens de
begrotingsbehandeling, zijn die eigenlijk nogal ter discussie gesteld,
maar ik denk dat het beter is om aan de hand van die kriteria die we
vroeger met elkaar eens hebben afgesproken de discussie te heropenen in
de vergadering van de commissie algemene en bestuurlijke zaken. Dat zal
dan overigens niet in de februari-vergadering maar in de april-vergade-
ring op zijn vroegst kunnen. Met betrekking tot het bijschrijven, nee
het opschorten van bijschrijven op de grondprijs, vraagt het CDA naar
de resultaten van de schattingscommissie. De schattingscommissie heeft
de opdracht, zoals u weet, te rapporteren aan B. en W. Dat moet gebeuren
in februari en we hopen dat dat lukt. Ter inzage van de raad komt het
in principe als er grondverkopen aan de orde zijn danwel op een moment
dat we het aan de raad of de raadscommissie mededelen, bijvoorbeeld in
de commissievergadering. In antwoord op de vraagstelling van de VVD vin
den wij de kwalificatie, dat wij er ons op een oppervlakkige wijze ten
opzichte van de VVD hebben afgemaakt, vinden we onjuist. Waar mogelijk
hebben wij gestreefd naar goede antwoorden. Zoals sinds jaar en dag ge
bruikelijk, mijnheer Huijpen, hebben ook dit jaar degenen die een abon
nement op de raadsstukken hebben, de antwoorden niet ontvangen. Achter
grond daarvan is dat ook de vraagstelling niet bij hen bekend is en dat
is de reden waarom het in het verleden ook nooit gebeurd is. Met betrek
king tot het niet doen van toezeggingen of het overnemen van voorstel
len moet u concluderen dat we dat alleen hebben gedaan daar waar we dat
opportuun achtten en als u zegt verwijzen naar danwel verschuilen achter
commissies, dat wijzen we afwant daar komt het toch ongeveer op neer,
dan moet ik u zeggen dat we ons daarover verwonderen, want daaruit blijkt
dat wij de commissies alleszins serieus nemen en juist met de commissies
in de adviserende sfeer willen werken. Met betrekking tot de samenwer
king met het particulier initiatief rond allerlei bijzondere zaken in
de gemeente is er een kennelijk verschil van inzicht tussen de fractie
van de VVD en het college over wat er redelijk is. We hebben de indruk
dat wij ons alleszins redelijk hebben opgesteld en de vergelijking dat
in de sfeer van de zelfwerkzaamheid de inzet van het gemeentelijk perso
neel tot kostenbesparing zou kunnen leiden begrijpen we niet,want zelf
werkzaamheid behoeft toch niet tot zoveel kosten te leiden. Met betrek-