-25-
10. Voorstel tot het verlenen van een financiële bijdrage in de kosten
van een nader bodemonderzoek van het terrein van de voormalige gasfa—
briek/2e wijziging van de begroting 1985 van het bedrijf gemeentewerken
en 8e wijziging van de gemeentebegroting 1985
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, een vraag naar aanleiding van
dit voorstelIs de gemeente verzekerd tegen bodemverontreiniging
De VOORZITTER: Niet via een bodemverontreiniging-verzekering als u dat
zou bedoelen, want ik geloof niet dat die bestaat, maar wij hebben een ver
zekering tegen wettelijke aansprakelijkheid, maar ik denk dat hoewel deze
aansprakelijkheid, nee ik geloof niet op wet is gebaseerd. Ik denk niet
dat deze eronder zou kunnen vallen. Zou dat een gemeente lukken om die
kosten er onder te brengen, dan wil ik u wel verzekeren dat binnen de
kortste keren alle verzekeringen zijn opgezegd of centraal beheer waar
de meeste verzekerd zijn niet meer bestaat. Dus ik denk dat ik daar nee
op moet zeggen.
De heer HUIJPEN: Dat is niet mogelijk ook dus
De VOORZITTER: Nou, ik denk dat als je op dit soort zaken een verzekering
gaat aanschaffen, dat zeker in onze situatie waarin de twee plekken be
kend zijn, dat de premie daarvoor niet in een redelijke verhouding staat
tot wat het ons nu gaat kosten. De enige verzekering zou je kunnen zeggen
ligt in de regeling die het rijk getroffen heeft waarbij wij nog maar
een gedeelte van de last moeten dragen, maar toch nog een fikse.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
11Rondvraag
Geen der leden wenst van de rondvraag gebruik te maken.
De heer RENNINGS komt ter vergadering.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER het volgende:
De VOORZITTER: Wij zijn aan de verdere behandeling van het nog resterende
agendapunt 4 van onze agenda en daarbij aan de beantwoording in tweede
termijn door het college. Ik stel voor dat te doen in de volgorde waarin
in de tweede termijn de zaken aan de orde zijn gekomen, dus D'66, ONS,
CDA, VVD en Partij van de Arbeid en verder de indeling aan te houden
zoals wij dat als college ook in eerste instantie hebben gedaan.
Allereerst naar D'66. De heer Wierts heeft inderdaad juist begrepen dat
wij hebben ingestemd met zijn aanpak met betrekking tot de bezuinigingen
en we zijn het ook graag met hem eens dat het lange-termijn-denken maat
gevend moet zijn voor het beleid wat er gevoerd moet worden. Toch vinden
we dat het ons niet past, hem niet en ons als totaliteit niet, om nu de
bestuurders uit vroeger tijden te verwijten dat zij kortzichtig beleid
hebben gevoerd. Ze hebben met de middelen die hen ter beschikking stonden
en die in die tijd gebruikelijk waren gepoogd om de gemeente te besturen
op een zo goed mogelijke wijze en het toezicht van de zijde van gedepu
teerde staten met betrekking tot het financiële reilen en zeilen in de
gemeente had dan eigenlijk moeten voorkomen dat er dingen anders zijn
gegaan, nu dan niet zo is dat we aan de bestuurders voor ons een verwijt
moeten maken. Met betrekking tot de rente zijn wij het wel eens met de
heer Wierts en anderen dat de rente—ontwikkeling onzeker is en ook dat