-47-
van de commissaris van de Koningin aan Oudenbosch in december j.l.Uit
de genoemde publikaties maken wij op dat de Vredeswerkgroep alleen die
vredesopvattingen verspreidt die nauw verbonden zijn met de opvattingen
van bepaalde politieke partijen en andere partijen op hun opvattingen
aanvalt. Hiervoor wenst de CDA-fractie geen gemeentelijke financiële
middelen ter beschikking te stellen. Volgens de procedure van de Wet
AROB dient de raad in tweede instantie vast te stellen of de genomen
beslissing rechtmatig is. Naar de mening van de CDA-fractie is de raad
de bevoegde instantie om over de toepassing van artikel 5 te besluiten
en zelf de interpretatie daarvan te bezien. Verder is de raadsbeslissing
niet in strijd met enig ander voorschrift, is er geen misbruik gemaakt
van bevoegdheden, een afweging van belangen is bij deze beslissing niet
aan de orde en verder is er geen onbehoorlijk bestuur gepleegd. De moti
vering van de raad duidelijk. Er is zorgvuldig toepassing gegeven aan
de verordening. Evenmin is er sprake van ongelijkheid, waarbij aan an
dere instellingen iets wordt toegestaan dat aan de Vredeswerkgroep in
overeenkomstige omstandigheden wordt onthouden. Mijnheer de voorzitter,
omdat het de eerste keer is dat een beroep op het betreffende artikel
wordt gedaan, vinden wij het van belang om duidelijk te maken wat wel
en niet voor subsidiëring in aanmerking kan komen.
De heer VIDELER: Mijnheer de voorzitter, onze argumentatie in de raads
vergadering van 14 februari, waarin wij ook hebben gewezen, of hebben
wij aangegeven dat de subsidiëring van de Vredeswerkgroep niet juist
was volgens artikel 5, lid 2a van de subsidieverordening. In de brief
van de Vredeswerkgroep van 27 maart '85, waarin bezwaar wordt aangete
kend wordt weliswaar beweerd dat geen partijpolitieke vorming wordt be
oogd, maar de publikatie van de Vredeswerkgroep laat naar onze mening
aan duidelijkheid niets te wensen over. In dit, voor zover mij bekend
enige informatie-bulletin in 1984, wordt zonder meer stelling genomen
in partijpolitieke kwesties waarbij de Vredeswerkgroep zelfs nog een
stap verder gaat door in het bulletin te beweren dat de VVD en CDA de za
ken saboteren. Zoals gezegd is het informatiebulletin een van de weinige
aktiviteiten van de Vredeswerkgroep en ik kan me niet voorstellen dat
in Oudenbosch, door toedoen van een publicatie per jaar met een derge
lijke opstelling door de burgers van Oudenbosch meer wordt nagedacht
over het aspect van vrede en veiligheid en wij zien dan ook geen enkele
aanleiding om terug te komen op het standpunt van 14 februari j.l.
De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, ik ga met mijnheer Wijnen
niet meer in discussie over of de Vredeswerkgroep nou wel of niet aan
politieke vorming doet, want, zoals ik al gezegd heb, dat is net zo
vruchtbaar als de gesprekken tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Sta
ten in Genève en daar komt ook niks van terecht. Eerst een opmerking
naar het college. Ik vind het teleurstellend dat het college in het pre
advies zo weinig melding maakt van de voortreffelijke ambtelijke notitie
die er naar aanleiding hiervan gemaakt is en waaruit blijkt en waar ook
in beredeneerd wordt dat de gemeenteraad voor zover de meerderheid die
subsidie heeft afgewezen, gemeend heeft te volstaan en dat gevoel had
ik al eerder trouwens en dat gevoel, weet ik heeft ook de Vredeswerk
groep. Dat is ook de reden dat zij het niet nodig heeft gevonden op de
hoorzitting te verschijnen. De discussie of het nou wel of niet politie
ke aktiviteiten zijn is totaal onvruchtbaar. De heer Wijnen verwijst
naar september '82. We zijn nou eind mei '85 en intussen hebben wij de
Vredeswerkgroep toch wel subsidie toegekend over '84 en toen lag dat
pamflet er ook al anderhalf jaar en dat heeft de CDA-fractie er blijk
baar niet van weerhouden om vorig jaar wel subsidie toe te kennen. Het
is nu oneigenlijk om nou net te doen alsof dat jaar niet bestaan heeft.