-40- merendeel van het te bezuinigen bedrag, van de taakstelling die is opge legd opbrengen, voor meer dan de helft. Ja, kortom ik weet het al, het is een probleem, voorzitter. Ik denk zoals de wethouder zei, dat het toch niet alleen te maken heeft met sporttarieven en zo. Het heeft in derdaad veel te maken met de inkomensontwikkeling. Sporten en überhaupt andere welzijnsaktiviteiten worden veel te duur voor mensen als zij hun inkomen ieder jaar naar beneden zien gaan en dan niet een klein beetje maar voor sommigen, die het toch al niet breed hadden, met grote spron gen en bovendien, mensen krijgen andere interesses. Onderzoeken wijzen dat uit en ik denk dat je dat als gemeente niet kunt, maar ook niet moet willen sturen. De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, nog een enkele opmerking. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder ten aanzien van het nader over leg en dat weer ten aanzien van de tarieven van het zwembad. Dan heeft hij ook nog een opmerking gemaakt ten aanzien van het feit dat ik gezegd heb dat bezuinigingen toch wel op de eerste plaats stonden. Dat blijkt ook wel uit het voorstel, maar het is ook weer een vrij groot voorstel. Het staat onderaan pagina 2, dat ze wil niet zover gaan, de gemeente, met de harmonisatie, dat de tarieven verlaagd worden. Dus dat houdt eigenlijk in dat men alleen maar uitgaat van harmonisatie als de tarie ven verhoogd worden. Dus daar blijkt wel dat bezuinigingen op de eerste plaats gestaan hebben. Wij vinden het toch belangrijk dat reklame-op- brengsten meer naar de verenigingen toekomen. Dus wij zouden toch wel willen zien dat het bedrag van 50,dat de verenigingen toch meer in staat gesteld worden om van de reklame te profiteren dan nu het geval is en dat de gemeente de bemoeienis op dat punt beperkt tot het aangeven van de maatvoering en andere zaken, maar dat toch de verenigingen zelf een groter aandeel krijgen om dus ook zo wat meer terug te kunnen krij gen van hogere lasten. Ook de eigen werkzaamheid blijft voor ons een zwaar punt en wij hopen ook dat het inderdaad met het overleg met de sportverenigingen toch komend jaar een belangrijk punt wordt. De heer VIDELER: Ja, voorzitter, heel kort nog even. Ik denk dat de wet houder mij niet goed begrepen heeft als ik sprak over desolaat met Daphnia. Ik bedoelde ermee te zeggen dat het overleg wat met Daphnia is gevoerd even goed is geweest als met andere verenigingen, even veel is geweest, maar dat ik heb gezien dat Daphnia de enige vereniging was die eigenlijk niet tevreden was met de uitkomst van het systeem en ik heb gezegd dat dat voor mij wel begrijpelijk was als ik let op de nota van juni vorig jaar en het voorstel wat er nu uitkomt.Als je die met elkaar vergelijkt dan zie je gewoon dat het zwembad erg duur is geworden en ik wilde nog een aanvullende opmerking maken in de richting van de heer Den Braber. Als ik zijn betoog beluister, dan zegt hij het wordt onbetaalbaar voor 12.000 Oudenbosschenaren. Dat zou best eens kunnen maar ik denk dat een andere oplossing en misschien dat mijnheer Den Braber de verslagen van de sportraad heeft gelezen, dat een andere op lossing gewoon voor de verenigingen niet haalbaar was en ik denk dat dit het best haalbare voorstel voor het moment is en ik wil daar graag het college in steunen. De heer VAN OOSTERHOUT: Nog heel even over de bruto-/netto-berekening, of je die langs die kant netto-/bruto-berekening. Ik wil mijnheer Den Braber toch zeggen dat het ondanks dat hij denkt dat het eenvoudig te realiseren is, dat dat leidt tot een systeem wat niet eenduidig is, wat niet op alle verenigingen toegepast is en we hebben heel nadrukkelijk gezocht naar een systeem wat geldigheid zou hebben voor nu en komende jaren en voor alle verenigingen. De eigen inbreng was soms vele malen groter dan het bedrag wat je als overheid, als gemeentelijke overheid

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 197