-36- toch het volgende past. Ik denk dat wij de verenigingen allen op dezelf de wijze hebben benaderd. Daarvoor niemand bijzondere faciliteiten of bijzondere omstandigheden, althans voor wat het overleg betreft, hebben gecreëerd, omdat dat denk ik ook zo hoort. Daphnia is net zoals andere verenigingen tot twee keer toe mondeling de gelegenheid gekregen om er het hare van te zeggen. De commissie, de welzijnscommissie, daarna sportraad, heeft in haar vergadering de gelegenheid gekregen om dat op te pakken. Wij hebben met zijn allen, voor zover betrokken in de sport raad en eerdere instantie de welzijnscommissie, dat overleg gevoerd. Daphnia heeft daaraan deelgenomen. Ik denk dat wat dat betreft dat over leg met Daphnia niet als een desolant zal mogen worden betiteld, maar dat het misschien wel zo is dat de heer Videier bedoeld, dat er eigen lijk voor wat betreft Daphnia er, zoals dat ook door de heer Van Hoek wordt gesteld, wat meer aandacht zou moeten zijn. Het is voor mij geen enkel probleem om ruim voor we in 1986 de tarieven vaststellen in de sportraad, wij zijn dat gewoon, om daarin de tarieven, met name ook voor het zwembad ter discussie te stellen en dus ook voor die tijd met Daphnia, niet alleen over tarieven, maar ook over andere zaken te praten. Dat zal ook geen probleem zijn, want het is een overleg wat we wel vaker hebben gevoerd. Dus wat dat betreft is er regelmatig contact zou je kun nen zeggen. Dat het een groot verschil is tussen het voorstel zoals er dat op 7.6.84 lag, zoals u dat precies citeerde, en nu dat is dan best mogelijk, maar ik denk toch dat het precies al die stadia heeft doorlo pen en dat we met elkaar ook in de commissie tot een bezettingsgraad zijn gekomen, tot een wijze van tariefopbouw zijn gekomen. Nou en als die wijze van tariefopbouw dan dit bedrag daar neerzet dan denk ik, dat als je daaraan gaat tornen dat je in feite het hele systeem dan opnieuw onderuit haalt en dat je opnieuw kunt beginnen. Dus ik denk dat daar toe geen reden is. Er zullen andere redenen aangevoerd moeten worden. Dat het ledental nu al terugloopt dat kan niet het gevolg zijn van het feit dat de gemeente de tarieven verhoogd, want dat hebben we nauwelijks gedaan. Dus dat heeft andere oorzaken. De heer Van Hoek noem de er al een, dat wellicht sommigen die 2 verenigingen inruilen voor 1. Het kan ook zijn dat het inkomen daar een belangrijke rol in speelt, de inkomensontwikkeling een belangrijke rol in speelt. Ik heb het eerder in de begrotingsbehandeling ook al eens gezegd, dat juist die zaken een veel groter gewicht in de schaal kunnen leggen dan eventuele tariefs verhoging. Ik ben uiteraard de laatste die zal ontkennen dat als wij nu de tarieven verhogen dat dat er dan niet toe zal leiden dat misschien wat dat betreft nog een bijdrage geleverd zou kunnen worden. Alhoewel je hoeft daar niet zo sceptisch over te zijn denk ik, als dat in eerste instantie wel lijkt, want het gaat er natuurlijk niet om dat je kortin gen meteen of althans bezuinigingen zijn het in dit geval, voorzover die straks aan de orde komen, dat die meteen vertaald worden in contri butieverhoging. Ik denk dat er ook andere wegen zijn. Dus ik ben daar niet zo sceptisch over en ik wil zeker er op wijzen dat het ledenaan tal wat nu al terugloopt, dat dat niet aan de kortingen op zich te wij ten is. Overigens vind ik terecht nu dat wij die ontwikkeling, althans de terugloop van het ledenaantal, met zorg moeten volgen en ons daar in ieder geval op moeten beraden als wij opnieuw, net zoals in het ko mende jaar, net zoals vandaag, beraden over de tariefsverhogingen. De evaluatie van de effecten, ik denk dat het in de sportraad waar de heer Videier naar vraagt, dat dat geen probleem is. Ik denk dat wij jaarlijks voordat we de tarieven zullen, dat staat ook in het preadvies opgenomen, dat we jaarlijks aan u in de sportraad zullen voorleggen, wat onze idee- en zijn en daarover van gedachten te wisselen. Ik denk dat dat het mo ment is waarop ook de sportraad die effecten mee kan beoordelen en af-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 193