-35-
schrijft, dat maakt u verder ook niet waar, want bij de sporthal en bij
het zwembad komen boven op dat basistarief van een kwartje per uur per
sporter, extra kosten, een extra aanslag vanwege het ontbreken van die
eigen inbreng. Het voorstel is in dat jaar tijd, dat ik het niet gezien
heb, precies 180° gedraaid, want we gingen toen uit van een vast bedrag
per uur, waarop verenigingen een korting zouden kunnen krijgen. In de
uitwerking is dat ook goed te merken, want waarom is dit idee geboren?
Dat was nog in de vorige sportraad van zo'n jaar of 6 geleden, toen daar
regelmatig ter sprake kwam het onrechtvaardig verschil in tarieven tus
sen de buitensportakkommodaties en de binnensportakkommodatiesIedereen
vond toen en dat is naderhand bij de programmabesprekingen en ook in
het eerste deel van deze raadsperiode door de fracties overgenomen, dat
we wat moesten doen aan die grote verschillen die daar bestonden. Nou,
in het voorstel zoals dat hier nu ligtbestendigt u die verschillen.
Als ik de opbrengst van de binnensportakkommodaties aan de ene kant zet
en de buitensportakkommodaties aan de andere kant en ik kijk dan verder
in het eindjaar, 1999/1991, dan zie ik dat het aandeel van die buiten
sport in die totale opbrengst aan huur met amper 2% toeneemt. Dat de
dekkingspercentages voor de buitensportakkommodaties in die 7 jaar van
6,8% gaat oplopen naar 11,4%, met andere woorden dat wij ook in 1990
als gemeente nog steeds meer dan 88% van de kosten van buitensportak
kommodaties voor eigen rekening nemen en mijnheer Van Hoek die komt dan
met het bekende verhaal van ja, dan moet je wat meer laten doen door
de verenigingen zelf, maar daar heeft naar mijn beste weten de commissie
algemene en bestuurlijke zaken een aantal maanden geleden, ik was daar
zelf niet bijover gesproken en is toen tot de conclusie gekomen dat
willen wij die akkommodaties op peil houden, daar niet zoveel mogelijk
heden voor zijn. Ik herinner mij uit de notulen dat de heer Huijpen ge
zegd heeft verder dan papier prikken zullen we ook niet kunnen komen ten
aanzien daarvan. Het onredelijke van dit voorstel ten opzichte van het
eerdere idee, van een jaar geleden, laat ik het zo maar noemen, voorzit
ter, is het duidelijkst bij het zwembad. Toen bij een hogere genormeerde
bezetting van 40 mensen zou de huur die te betalen was lager zijn dan
bij de thans lager vastgestelde normering van 30 personen in het bad.
De heer Videier heeft daar ook al op gewezen. Bovendien, de sporthal,
dat was de duurste, dat blijft de duurste en als we aan de betaalbaar
heid van sport vraagtekens, als we die daarbij moeten zetten en zeer
zeker hebben wij die ook wel, dan denk ik dat inderdaad als dit voorstel
uitgevoerd gaat worden de sporthal onbetaalbaar gaat worden, wat dan
weer zijn repercussies zal hebben op het dekkingspercentage daarvan, want
leegstand zal te merken zijn in de gemeentebegroting. Kortom, voorzit
ter, op zich vinden wij nog steeds dat de tarieven geharmoniseerd moeten
worden. We vinden ook nog steeds dat gefaseerd in 7 jaar tijd 60.000,=
extra binnen kan komen vanuit de sport. We moeten daar niet te drama
tisch over doen, ook andere gemeenten zijn ons hier al in voorgegaan
en sommige zelfs met nog veel vergaandere voorstellen en in een kortere
tijd te realiseren, maar, voorzitter, met het voorstel zoals het hier
ligt, de opbouw van de harmonisatie zoals die hier ligt, daar kunnen
wij ons niet mee verenigen. Het bestendigt naar ons gevoel de onrecht
vaardige verschillen die er al jaren in de sportwereld ten aanzien van
het tarievenbeleid zijn.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ik begreep dat de eisen die de fractie van de
WD, bij monde van de heer Videier, eigenlijk voor de procedure, ten
aanzien van het gereedkomen van het voorliggende preadvies, dat hij
waardering had, althans dat hij voldoende scoorde, alleen die ene deso-
lant, het overleg met Daphnia zou toch in dit verband aangedaan moeten
worden als onvoldoende. Ik denk dat als reactie van mijn kant daarop