-26-
gen. Ik weet niet wat financieel gezien de beste oplossing is, maar daar
valt dan wellicht de volgende mouw aan te passen. Ik begrijp dat mijn
heer Du Pont voor zijn fractie dezelfde richting uit wil. Het is best
mogelijk, dat dan even meteen in de richting van mijnheer Du Pont, om
met de muziekschool aan tafel te gaan zitten en te bezien, ik weet niet
of dat een oplossing is die ook u, mevrouw De Raad, aanstaat, om te be
zien of een oplossing gevonden kan worden op de wijze zoals dat in het
verleden met de bibliotheek ook wel eens is gebeurd, dat de muziekschool
aangeeft op welke punten dat binnen de exploitatiesubsidie die we nu
geven te bezuinigen valt, zodanig dat in het totaal bezien voor de ge
meente geen extra lasten resulteren. Misschien dat die gedachte een ge
dachte is die u kunt overnemen, of waarvan u zegt van dat vind ik dan
een goed alternatief. Ja, uw opvatting is om de wijze van subsidiëren
uit, ten aanzien van de werkwinkel, uit te werken via het daarin betrek
ken van de welzijnscommissie. Ik heb daar geen problemen mee. Ik wil
de welzijnscommissie daarin best betrekken. De heer Den Braber zegt
dat hij naast de voorwaarden zoals we ze nu stellen ten aanzien van de
muziekschool, dat we daarin toch nog maar eens een keer om de tafel moe
ten gaan zitten met de stichting muziekschool om een heel andere reden.
Nou ik moet u zeggen dat ik heb met de muziekschool op 8 mei een gesprek
gehad en ik heb daarstraks al laten weten dat ik niet gelukkig ben met
een brief zoals die op 22 mei bij mij op tafel valt, maar dat terzijde.
Ik vind wel dat en dat herhaal ik uit eerste instantie, dat op dat punt
wij heel duidelijk gezegd hebben wat wij op onze lever hebben. Ik vind
dat dat ook moet kunnen, maar dat er geen enkele aanleiding is om hier
nog nadere maatregelen te nemen. Ik vind dat het verdere werk van de
muziekschool voortreffelijk is. Dus ik wil die uitnodiging niet overne
men. Uw opmerking met betrekking tot de werkwinkel in tweede instantie,
waaruit blijkt dat volgens uw gegevens slechts 50% van de jongeren in
derdaad interesse heeft. Het is bekend dat het niet storm loopt, dat
is wel zo en er zijn ook andere initiatieven, met name initiatieven van
uit de werkgeverskring en ook in gemeenten zijn er initiatieven vanuit
werkgeverskring en ik denk dat het overleg tussen werkgevers en werkne
mers, de organisaties van werkgevers en werknemers op dit punt, dat je
daar toch heel erg sceptisch over zou kunnen zijn, als je nou al ziet
welke lijst van personen en instellingen er door de initiatiefnemers
van dit project al benaderd is en waarbij dan toch gebleken is dat er
vanuit instanties, die dan benaderd zijn, weinig tot geen reactie is
gekomen. Met name vanuit plaatselijke ondernemerszijde is er toch geen
overweldigende reactie. Ik denk dat het ook om die reden een wat vroeg
stadium is, of misschien is een wat vroeg stadium geen juiste uitdruk
king, maar de vraag is of de poging die u ons vraagt te ondernemen tot
een overleg tussen werkgevers en werknemers, juist op dit punt niet,
temeer daar er ook al initiatieven zijn, of dat dan niet gedoemd is in
feite te mislukken en om die reden zou ik eigenlijk op dit punt willen
zeggen dat in overleg met de werkwinkel zelve, de mensen die met het
project bezig zijn, er misschien vanuit die situatie kunnen proberen
om het overleg tussen werknemers en werkgevers, wat eigenlijk best wel
belangrijk is, als je het op de keper beschouwt in dit soort projecten,
om dat via die werkwinkel misschien toch een keer op gang te krijgen
en die poging of in ieder geval het daar bespreken van de door u ge
vraagde poging, wil ik best doen. De heer Huijpen, die heeft gezegd
tweemaal besteden van de herbezettingsmiddelen dat kan niet. Ja, dat
is juist, want het zijn natuurlijk andere guldens die we nu op tafel
hebben. Het is natuurlijk zo dat herbezettingsmiddelen die toen zijn
uitgegeven, die zijn weg, maar die zijn niet terecht in die richting
besteed, niet bewust overigens, maar die zijn niet in de correcte rich-