-21- we hebben de discussie gevoerd in de welzijnscommissie over die 100, die inderdaad aan de deelnemers van het project wordt of naar uw opvat ting zou moeten worden uitgekeerd. Wij en ik wil dat toch helemaal over eind houden, wij zijn van opvatting van wij niet langs deze weg de uit keringen op enige wijze van een extra moeten voorzien. U geeft zelf ei genlijk al aan dat zodra er sprake is van enige loonvormende arbeid er wellicht dan vanzelf wat middelen komen om de deelnemers enigszins te compenseren. Ik denk dat we dat dan maar moeten afwachten. Overigens is dat misschien ook een prikkel inderdaad in die richting, maar voor de rest zou ik het voorstel willen aanhouden zoals we dat nu hebben geformuleerd.Ten aanzien van de herbezetting roert u inderdaad een punt aan. We hebben inderdaad bij het bespreken van het punt in de commissie een spreekbeurt gehad van een van de instellingen namens een paar andere instellingen met betrekking tot de aanwending van deze gelden. De voor zitter van het Emcee heeft daar als woordvoerder gefungeerd voor WNT en de Stichting Open Jongerenwerk. Wij hebben contact gehad met de be treffende instellingen en zij hebben ons, althans mij, gisteren nog schriftelijk bevestigd, maar eerder was dat al mondeling overeen gekomen dat er van hun zijde toch sprake was van enig misverstand in het geheel en dat ze eigenlijk achteraf betreuren dat ze op deze manier de zaak hebben opgehouden. Ik heb hen ook duidelijk gemaakt dat er ons alles aan gelegen was om het voorstel met betrekking tot de herbezetting juist nu verdient omdat anders 1985 ook voor een groot deel weer voorbij zou zijn voordat je zou kunnen toekomen aan inderdaad de uitwerking van dit onderdeel en dat zou erg jammer zijn. Dus wat dat betreft zijn er geen problemen te verwachten. De heer Huijpen heeft heel in extenso aangege ven hoe zijn fractie langs een, zo voelde ik dat, een zeer consequente gedachtenlijn gepoogd is om met de middelen die er nu in dit geval vrij te besteden zijn, vanwege een bepaalde omstandigheid, om die dan te be steden. Hij kon zich vinden, zijn fractie kon zich vinden, in het voor stel wat we nu doen inzake de subsidiëring muziekschool. Ik begreep van hem dat hij de opvatting had dat er een fikse kortsluiting is tussen gemeente en school. Ja, ik weet niet langs welke kant die kortsluiting dan helemaal te herleiden is of te achterhalen is, waar die dan precies is ontstaan, maar ik denk dat het goed is om in dit geval en ik heb er toch behoefte aan om dat even ter tafel te brengen, van onze kant het uiterste is gedaan om zodra en zo snel dat het kon dit voorstel hier ter tafel te krijgen. Het is toch wel een beetje onaangenaam dat de brief van 22 mei van de muziekschool eigenlijk stelt de indruk te hebben gehad dat op 4 juli dit voorstel ter sprake zou zijn in de raad, terwijl we juist in de bijeenkomst van 8 mei die we met de muziekschool hadden belegd, heel duidelijk was gesteld dat om reden van de uitbetaling ons we ons uiterste best zouden doen om dat zo vroeg mogelijk, dus met name in mei te doen en er van de zijde van de afdeling ook het uiterste is gedaan en is gezegd, desnoods proberen we het er uit te lichten. Ik denk dus dat er van onze kant wat dat betreft uitdrukkelijk pogingen zijn gedaan zo snel mogelijk te werken en dan is het een beetje pijnlijk als je dan deze zinsnede als eerste regel in een brief vindt. Ik wil er ver der op wijzen dat in de brief van 29 mei '84, 30 november 1984 en 21 november 1984, sorry ik vergis me, 13.4 heb ik hier, 29.5, 30.11, steeds gesproken wordt van pensioenvoorzieningen en niet over AOW-compensatie Ik denk dat u weet dat en dat heeft u ook in de stukken kunnen zien, dat wij sinds 1980, ver voor dat dat verplicht was, in de pensioenvoor ziening subsidieerden. Dus daar kon het probleem niet liggen. U weet ook, dat heb ik daarstraks bij de heer Den Braber aangegeven, dat we in 1983 op de begroting hebben zien staan AOW-compensatie. Dat heeft op de begroting van de muziekschool gestaan. Ik weet niet waar de kort-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 178