-19- wij zouden toch wel graag horen hoe een en ander in het overleg verder geregeld is. De heer VAN OOSTERHOUT: Ik begrijp dat de meerderheid van de raad zich kan vinden in de voorstellen, maar dat er her en der toch wat vragen over blijven. Soms zelfs hele diepgaande vragen, zoals bij de heer Huijpen het geval is. Mevrouw De Raad zegt dat haar fractie akkoord kan gaan met het voorstel zoals dat is gedaan met betrekking tot de muziek school, doch stelt eigenlijk dezelfde vraag als de heer Du Pont in laatste instantie, hoe moet dat dan als, zoals hier in het voorstel is aangekondigd, de muziekschool in feite deze kapitaallasten, die uit die lening voortvloeien, niet in de begroting of, beter gezegd de afrekening ter subsidiëring kan meenemen. Wij hebben toegelicht, of ik heb toege licht in de commissie en ik wil het graag nu nog een keer doen, dat in het verleden er voor de helft van de AOW-compensatie geen subsidië ring kon plaatsvinden. Als in het verleden het bestuur de AOW-compensa tie volledig in die dekking had opgenomen, dan zou het zo zijn geweest dat de 50% die nu via de lening wordt verstrekt ten laste zou blijven van de muziekschool. Dat zou betekend hebben in die situatie dat dat zou moeten leiden tot een verhoging van contributie, danwel dat langs een andere weg, die het bestuur dan zou moeten zoeken, een weg gevonden zou moeten worden om deze middelen op te brengen. Op dit moment zouden we dus kunnen vaststellen dat in het verleden die AOW-compensatie niet is uitbetaald, dus ook niet de contributieverhoging die daarbij licht uit was voortgevloeid is doorgevoerd, dus je zou misschien kunnen zeggen dat het om die reden voor de hand zou liggen dat je alsnog naar een con tributieverhoging moet of een lesgeldverhoging moet ik eigenlijk zeggen, vanwege de kapitaallasten. In elk geval vinden wij het zo dat, gezien de situatie zoals die zich in het verleden voordeed, 50% subsidiëren en 50% niet, dat we nu op dit moment niet moeten zeggen ja, daarvoor compenseren we dat. Het betekent in feite dat als je dat opneemt in de afrekening dat je alsnog achteraf de hele lening, inclusief de lasten ervan subsidieert en dan in die situatie is het wellicht gewoon verstan diger als, maar zo snel reken ik ook niet, dat als je achteraf de lasten subsidieert dat het verstandiger is om dan gewoon in een keer de hele subsidie te verstrekken. Die vraag zou je je dan in ieder geval moeten stellen. Vooralsnog denken we dat wij op deze wijze de stichting muziek school en kreatief centrum heel aardig tegemoet komen. U kunt akkoord gaan met de subsidiëring in de richting van de werkwinkel, althans het voornemen daartoe. U zegt we vinden de omschrijving van het project nog niet helemaal voldoende. U zou dat graag wat duidelijker zien. Ik meen dat nu in tweede instantie van de zijde van de initiatiefnemers een pro gramma is verschenen dat ze toch al een flinke stap verder zijn ten op zichte van de eerste aanvraag zoals die door het ministerie is afgewezen en waarna wij er met de initiatiefnemer ertoe zijn overgegaan om op dat eerste initiatief verder te borduren. Ik kan me voorstellen dat u zegt van ik heb nog wat nadere informatie nodig te zijner tijd. Het is uiter aard zo dat het nog niet in het stadium verkeert dat het prompt uitvoe- ringsklaar is dat project, maar ik moet toch de initiatiefnemers in deze eigenlijk complimenteren met het feit dat men op dit moment al zoveel ideeën op papier hebben en zo ver is met de uitwerking. Ik zie dan ook de verdere uitwerking van het project, dat het uitvoeringsgereed is, zie ik dan ook met vertrouwen tegemoet. Inmiddels is het zo, de heer Den Braber heeft het al gezegd, dat de provinciale jeugd- en jongeren- raad een subsidie heeft verstrekt en de verwachting is naar mijn gevoel gewettigd dat het Koningin Julianafonds daar wellicht nog op zal volgen. We mogen dat hopen, omdat inderdaad ook van die zijde in feite een forse bijdrage gevraagd wordt voor dit project. U hebt wel problemen met ons

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 176