-14-
legging. Als het meezit de raad van augustus, in elk geval reken ik op
september. Het is wat later, maar ik meen dat ik duidelijk heb aange
geven op grond waarvan. Dat de beperkte opstelling vorig jaar daar
enigszins debet aan is, voor de rest is het ook niet uitsluitend aan
ons om het stedebouwkundig bureau aan hele lange termijnen te binden.
U spreekt over de bedoelingen van het gebruik van een voorbereidingsbe-
sluit. U noemt daarin het nastreven van oneigenlijke nevenbelangen.
Ik denk dat datgene wat er tot op heden gebeurd is noch nevenbelangen
zijn en zeker niet oneigenlijk. Ik dacht dat in alle openheid over de
bouw die daar op dit moment gaande is is gesproken in de commissie.
Ik kan me wel vinden en dan stap ik even naar de heer Huijpen in zijn
laatste suggestie om de plannen zolang er op basis van een dergelijke
procedure gewerkt wordt, zeg maar ter kennis te brengen van de commissie
openbare werken. De heer Klijs die noemt als laatste dat lob B het ka
rakter zou hebben van een ongedefinieerd reservegebied. Ik hoop dat we
na dinsdag het met elkaar daar over eens zijn dat de gedetailleerde in
vulling van het zuidelijk gedeelte en de globale aanduiding van het
noordelijk deel, dat dat voldoende zekerheid biedt om in ieder geval
niet meer in deze termen te hoeven denken en dat we tot een evenwichtige
opbouw kunnen komen van lob B van Albano. De heer Huijpen stelt, er van
uitgaande dat het de laatste keer is. Nou ik hoop dat door wat ik daar
over tot op heden heb gezegd dat dat duidelijk het geval is. Met betrek
king tot uw suggestie, die heb ik al beantwoord, die heb ik overgenomen.
De heer KLIJS: Ja, voorzitter, we bereiden ons voor op de commissiever
gadering van dinsdag.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7.1. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel
21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een gedeelte van het be
stemmingsplan "Het Spui"
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, een vraag naar aanleiding van
dit voorstel. Wanneer wijzigen we het bestemmingsplan zodanig dat voor
deze kleine aanbouwen en dergelijke geen voorbereidingsbesluiten meer
nodig zijn De vraag is, het plan Spui is dat al 10 jaar oud, mijnheer
de voorzitter Moeten we ingevolge de Woningwet niet een en ander her-
beoordelen
De heer DU PONT: Ja, ik had dezelfde vraag, voorzitter. Nemen we nu een
voorbereidingsbesluit voor dit ene perceel Mijn vraag nog niet zolang
geleden is er voor een perceel in het Spui een soortgelijke vraag ge
weest. Zouden we niet gelijktijdig in het plan kunnen bekijken of er
meer zaken zijn die hiermee te vergelijken zijn en die gelijk regelen
De heer KLIJS: Voorzitter, ik had de indruk dat wij in de commissie
openbare werken ermee akkoord zijn gegaan omdat het een onbeduidende
afwijking was die nogal lokaal gelegd was.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, om met het laatste te beginnen, ik denk dat
de heer Klijs daar gelijk in heeft, maar in diezelfde commissie zijn
vragen van min of meer dezelfde strekking als nu gesteld door de heren
Huijpen en Du Pont gesteld. Ik heb daar toen op geantwoord dat wij in
de commissie al in de commissie daarvoor aan de orde hebben gehad een
overzicht van de stand van zaken met betrekking tot alle bestemmings
plannen, dat we daar een prioriteit in principe hebben vastgelegd, waar
het herzien van het bestemmingsplan Spui wat minder hoog scoorde, waar
we voorrang hebben gegeven aan een aantal anderen en ik denk dat we die