-9- is om die grond in prijs te verlagen en ik denk dat het ten opzichte van diegenen aan wie we toch recentelijk nog kavels verkocht hebben, ik denk aan Eurowoningen, maar ook een aantal aannemers uit de regio en uit de gemeente, dat het voor hen een buitengewoon onplezierige mouve op dit moment zal zijn en ook voor de mensen die eigenlijk er aan gren zend woningen hebben gekocht op kavels van ongeveer gelijke grootte en die straks zullen merken dat als ze wat langer gewacht hadden dat dan de kavelprijs van de koopwoning goedkoper is geworden. Ik denk trou wens dat het argument wat de heer Klijs opvoert om naar die vrije sector woning daar te streven, dat dat niet helemaal opgaat. Als de leefbaar heid gediend is bij grotere variatie en ik denk dat iedereen van ons dat zal willen onderschrijven, dan denk ik dat je dat niet kunt berei ken met de woningen die hier beoogd worden. Dat zijn, ik denk per defi nitie woningen die in een blokje, of die in blokjes gerealiseerd wor den en ik denk dat uiteindelijk de uitvoering als woningwetwoning dan- wel als vrije sector-woning niet tot een principieel verschil aan de buitenkant zal leiden. Ik denk dat de aankleding binnen in het huis wel het nodige verschil kan betekenen. Dus wat dat betreft voor de indivi duele bewoner kan het best een verschil in leefbaarheid betekenen, maar voor de wijk zeker niet. Ik denk dat als we het gaan onderzoeken, dat we dus én een stuk onduidelijkheid met betrekking tot de gemeente als contactspartner in het leven roepen en dat we voor de wijk de termijn waarin de afbouw plaatsvindt van de wijk en de bouwaktiviteiten tot een einde kunnen komen alleen maar zullen verlengen. Ik denk, ja, ik wil eigenlijk toch een beroep op u doen om daarom toch het voorstel zoals het hier ligt te ondersteunen. De heer KLIJS: Ja, maar voorzitter, als u vergelijkingen gaat trekken met verkopen die we eerder gedaan hebben, moet u ook wel vergelijken met wat we te bieden hadden. Wat we eerder verkocht hebben in de vrije sector, dat was het kwalitatief gewoon waard. De fout zit hem hier in dat hetgeen wij aanbieden sowieso een ligging heeft die het niet waard is, dat de prijs veel te hoog is. Daarom gaat die vergelijking niet op. De VOORZITTER: Nou, nee ik denk dat dat toch wat te gemakkelijk gezegd is. Ik denk dat ervaren verkopers als er zaten achter zowel het plan van Delta als van Protec en Protec was eigenlijk al een gewaarschuwd man, dat die er toch wel kansen in hebben gezien. Ze hebben ze niet kun- ken realiseren, dus het is niet zo dat ze in voldoende mate in staat zijn gebleken om ze te verkopen, maar ik denk niet dat je dan moet zeg gen dat het dus te duur was. De heer KLIJS: Voorzitter, mag ik een concreet voorstel doen. Ik wil graag een voorstel doen om de hele materie terug te brengen ter bespre king in de commissie openbare werken. Dat wil ik aan de raad voorstel len. De VOORZITTER: Dat is in ieder geval een duidelijk ander voorstel dan wij als college hebben gedaan en als u dat doet dan hebt u er recht op dat ik dat in stemming breng, dus dat zal ik doen, maar de heer Huijpen wou nog iets zeggen. De heer HUIJPEN: Alleen al gezien het feit in uw antwoord dat we dus op dit moment onvoldoende kunnen overzien wanneer we dus de grondprijs zouden kunnen verlagen, de ideeën die u daar in uw antwoord in verwerkt hebt, alleen al dat feit vind ik is voor ons een aanleiding om te zeggen van is het niet beter en wat scheelt dat in tijd, misschien een maand, is het niet beter om dat toch eerst in de commissie openbare werken uit te spitten en te heroverwegen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 166