-6- weinig ter inzage heeft gelegen. Anders worden we nog wel eens overla den met ambtelijke adviezen. Dat was hier niet het geval. We hebben zelf moeten becijferen dat het ongeveer 100.000,minder opbrengst is en ook daar hebben wij nogal grote moeite mee. Ik zou dan toch wel eens duidelijk willen weten wat de mogelijkheden zijn en ik sluit me aan bij wat de heer Huijpen net gezegd heeft, wat de consequenties van het een en ander zijn. De VOORZITTER: Allereerst de vragen van de heer Van Hoek. Ten opzichte van de eerste verkoop aan Delta, maar daarna is er nog eentje geweest tussendoor aan Protec, ten opzichte van die eerste verkoop is de prijs eigenlijk niet gedaald door de bijstelling van de factoren, maar uit sluitend omdat de hoofdingenieur-directeur volkshuisvesting voor Ouden bosch 16.000,de uiterste aanvaardbare grondprijs hanteert, dus iedere andere grondprijs die we zouden hebben gehanteerd zou hebben be tekent, althans als het een hogere was geweest, dat we ons rijk hadden gerekend, want die zou zonder meer door het rode potlood gestreept zijn. Het is dus ook niet een prijs die enigerlei relatie heeft met het werk van de schattingscommissie. Het is een prijs die uitsluitend voortvloeit uit de richtlijnen van de HID. Met betrekking tot die schattingscommis sie is er een rapport. Dat rapport zou bij een normale verkoop hier in ieder geval hebben moeten liggen, want dat was de afspraak. Als er een verkoop komt in de sfeer van het grondbedrijf dan wordt het rapport daarbij gelegd. Dus ik zal er voor zorgen dat het rapport in ieder geval ofwel bij de volgende verkoop, normale verkoop, niet woningwetverkoop, er ligt danwel of het, want ik denk dat dat nog veel beter is, niet al eerder in de leesmap kan worden gelegd, dan kunt u er vanaf dat moment integraal inzage van nemen. Ik zal dat in het college in ieder geval bespreken. De vragen van mijnheer Klijs. Ja, ik denk dat je met betrek king tot de vragen of er sprake is van wijziging in de planopzet van mening kunt verschillen. Het is zeker zo dat het veranderen van vrije sector in woningwet een verschil kan betekenen, maar ik laat dat liever aan wethouder Van Eijkeren over, als ik direct de andere vragen die ik wel voor mijn rekening moet nemen behandeld heb. Met betrekking tot het verlies is het zo dat en ik denk dat het goed is dat ik u daarvoor de hele geschiedenis schets. Nadat we Deltabouw hadden toegestaan om die 16 kavels aan ons terug te leveren, hebben we er 11 aan Protec geleverd. Ook dat leidde tot een terugleveren, of niet geleverd maar verkocht en voor die 11 woningen hadden we toen een alternatieve mogelijkheid, want we hadden 11 woningwet-toewijzingen. Dus in de planning hier aan het bureau leek het ons zeker gezien het feit dat het type woning goed pas te in het bestemmingsplan, voor de hand te liggen om de 11 woningen dan als woningwetwoningen te laten realiseren. De woningstichting heeft daarop gereageerd met te zeggen dat 11 toch eigenlijk wel een klein aan tal was Oh nee, ik moet nog iets verder gaan. Die 11 woningen als woningwet realiseren betekende dat er een verlies op de exploitatie- opzet zou worden geleden van 90.000,ongeveer. Daar hebben we een hele tijd over gedubd of we dat voorstel wel aan u zouden doen. In het licht van de wens om tot het beëindigen van bouwaktiviteiten te komen in lob A, in het licht ook van het feit dat de verkoopbaarheid in lob B duidelijk mede beïnvloed wordt door het wel of niet helemaal afgebouwd zijn van lob A, maar vooral het eerste, dat afwerken van die bouwakti viteiten hebben we gezegd laten we, om dat perspectief na twee van die pogingen toch lijkt te ontbreken, laten we die 90.000,aan de raad voorstellen voor lief te nemen en er dan 11 woningwetwoningen voor te realiseren. Toen kwam de woningstichting met de vraag: Maar er liggen uiteindelijk 16 kavels en zouden we niet alle 16 die kavels mogen rea-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 163