-13- daar is toen ook bewust voor deze vorm gekozen en de raad die heeft zich toen ook duidelijk uitgesproken dat een lid van het college voorzitter zou zijn van die commissie en twee raadsleden zouden in de commissie vertegenwoordigd zijn en ik denk als je dus de discussie nu volgt dat het inderdaad een beperking van de bevoegdheden van de commissie zal worden en daar hebben we in de commissie vrij recentelijk ook nog wel eens een keer over van gedachten gewisseld. De VOORZITTER: Kan de heer Van Hoek zich in dit voorstel vinden Akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 13.2. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanslui ting van de nieuwbouw Maria ter Engelen/5e wijziging begroting 1985 centrale antenne-inrichting en 26 wijziging gemeentebegroting 1985 13.3. Voorstel tot vaststelling van de 6e wijziging van de begroting 1985 van de centrale antenne—inrichting en de 27e wijziging van de ge meentebegroting 1985 Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. 14. Voorstel tot benoeming van een lid van de commissie specifiek wel zijn De VOORZITTER: Mag ik u meteen uitnodigen te gaan stemmen Ja Oké, meteen stemmen. Dat doen we schriftelijk. Ik verzoek u daar een stem briefje voor te gebruiken. Zouden als stemopnemers willen functioneren de heer Du Pont en de heer Huijpen Dank u wel. De stemming heeft tot resultaat: De heer J. Oldert: 13 stemmen. De heer Koch: 1 stem. Derhalve is de heer J. Oldert benoemd als lid van de commissie specifiek welzijn. 15. Rondvraag De heer RENNINGS: Voorzitter, er zijn steeds sterkere aanwijzingen, in formatie, dat in een aantal gevallen sportkantines voor andere doelein den gebruikt worden en zelfs voor particuliere verhuur. Is het college daarvan op de hoogte, dat dat wel eens voorkomt en zijn daar passende maatregelen tegen te treffen De heer VAN OOSTERHOUT: Ik heb daar niet zo meteen een beeld van voor zitter. Ik denk dat het verstandig is om dat dan eerst nader te bestu deren en vervolgens de heer Rennings daarop een antwoord te geven. De heer DEN BRABER: Voorzitter, we hebben voor het eerst in december een meerjaren-begroting gekregen. De vooruitzichten voor '86 en volgende jaren zijn niet bepaald gunstig. Het is al april, we ijlen naar de zomer maanden, we gaan weer met vakantie en zo. Wanneer gaan we weer eens wat aan de toekomst van de komende jaren doen De VOORZITTER: Ik had er wellicht toch aanleiding toe kunnen vinden om me op een dergelijke vraag te prepareren. Ik zeg u graag toe dat ik het op korte termijn onderwerp van bespreking in B. en W. maak en dan merkt u vanzelf hoe het wordt aangepakt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 153