-9-
in ieder geval misschien niet qua lokatie, maar toch qua effect, visueel
gezien nadrukkelijk bij het plan betrokken is en als zodanig leek het
ons ook geschikt en terecht om het bij de plankosten te betrekken. Met
betrekking tot uw andere vragen. Er is overleg geweest met de boomkwe
kers met betrekking tot de plannen rond het arboretum. Dat krijgt een
vervolg op het moment dat we, ik begrijp uit datgene wat door iedereen
naar voren is gebracht, dat het vanavond wel zover zal komen, dat we
inderdaad ja zeggen tegen een noodzakelijke opknapping op grond waarvan
ook voor een verdere inrichting verder gepraat kan worden. Dus over het
rapport heb ik begrepen is men in grote lijnen geïnformeerd. Ik had ook
de indruk dat in het gesprek een aantal van de zaken die ook in het rap
port nadrukkelijk naar voren komen, ook in dat gesprek al gesignaleerd
waren. Dus men was het wat dat betreft ook in dat verband er over eens
dat er een aantal zaken zouden moeten worden gedaan teneinde tot een
gezonder restant te komen en dat dan vervolgens in overleg aan te vullen
tot het arboretum waartoe we hebben besloten. Dan vraagt u welke garan
ties er zijn dat datgene wat na de opknapbeurt over blijft, dat dat ook
behouden zal kunnen blijven. Ja, het rapport heeft op mij de indruk ge
maakt dat het zeer grondig is en dat alle ingrepen die nodig zijn om
tot een restant te komen wat te behouden zal blijven, dat dat op zich
voldoende garantie in zich houdt om daar ook met vertrouwen mee verder
te gaan. Waarom nu Nou het onderzoeksrapport is nog niet zo lang ge
leden klaargekomen. Dit is een eerste gelegenheid om dit aan de raad
voor te leggen en als de werkzaamheden de komende maanden kunnen plaats
vinden dan stel ik mij voor dat in het najaar ook werkzaamheden in de
sfeer van een verdere aanplant waar nodig, om te komen tot het arboretum
zou kunnen gaan plaatsvinden. Dus ik heb het idee dat de periode tussen
nu en het najaar zeer geschikt is om de werkzaamheden waar het vanavond
over gaat aan te pakken. Ik dacht dat ik de vragen van mijnheer Huijpen
daarmee had behandeld. De vraag van de heer Rennings heb ik eigenlijk
al meegenomen. Met betrekking tot de vraag van de heer Wijnen of de wa
termerkziekte ook elders in de gemeente voorkomt. Ik neem aan dat hij
op dit moment van mij niet verwacht dat ik dat even uit de mouw schud,
maar laat ik u toezeggen dat ik die vraag meeneem en in de commissie
vergadering, dat zal waarschijnlijk niet de eerstvolgende kunnen zijn,
want dat is erg kort dag, kan dat wel dan doen we dat, zo niet dan de
volgende commissievergadering dat in ieder geval ter kennisname zal ko
men.
De heer HUIJPEN: Ik heb nog twee opmerkingen, mijnheer de voorzitter,
met betrekking tot die 4 lindebomen bij de Mariaschool. Het is voor
onze fractie niet direct zo'n probleem. Ik denk wel dat wij ons kunnen
vinden in het standpunt van het college, gezien de reactie van wethouder
Van Eijkeren. Ik denk dat het formeel gezien niet exact juist is. Gezien
de visuele betrokkenheid en dat daarvan verschillende bewoners daarvan
mee kunnen genieten, kunnen wij ons daar wel in vinden. Dan heb ik de
vraag gesteld wat de argumenten zijn geweest om die ingreep nu te doen.
Die heb ik in dat licht gesteld, waarom niet op het moment dat dus het
arboretum-gebeuren meer gestalte heeft gekregen Ik bedoel daar dit
mee. Wanneer er dus de organisatie, de betrokkenheid van de diverse men
sen, die dus het arboretum in de toekomst gaan runnen zeg maar.
De heer VAN EIJKEREN: Ik kan me dat wel voorstellen, maar er zijn na
tuurlijk een aantal lokaties die nadrukkelijk onderdeel uitmaken van
het bestemmingsplan Brouwerijstraat en dat zijn in ieder geval zaken
die in verband met het feit dat de bouw toch net voor of net na de bouw
vak een aanvang zal gaan nemen daar, dat het goed is om in ieder geval
dan dit soort werkzaamheden, waar hier en daar toch ook nog wat omvang-