-3- de V.N.G. Die onthoudt zich van advies, omdat het een zaak is die re gardeert aan het parlement en aan de regering. De Vereniging Milieude fensie schrijft ons echter niet aan op het feit dat wij ons er beleids matig ermee zouden moeten bemoeien, maar op het feit dat wij grootge bruiker zijn van energie en op die titel vragen ze onze mening over hun standpunt. Ik moet u zeggen dat mijn fractie er zich in die argumenten die ze aandragen wel kan vinden. Voor het radio-actieve afval is nog geen oplossing in zicht. We gaan dat nu voor 50 of 100 jaar gaan we dat opslaan, wat dan wel tijdelijk genoemd mag worden. Een definitieve op lossing die daarna zou moeten komen, daar is geen kijk op. De verwach ting is dat die definitieve oplossing de prijs van de energie die via kerncentrales opgewekt kan worden, dat die de prijs achteraf nogal om hoog zal sturen. De bouw van kerncentrales is een kostbare zaak. De ont manteling daarvan is volgens de laatste studies een nog kostbaardere. Kortom wij denken dat de regering in haar standpunt van 11 januari zich een beetje rijk gerekend heeft. Nou laat ik liever zeggen dat de rege ring naar een wat vooringenomen standpunt ten aanzien van het gebruik van kernenergie toe geredeneerd heeft. Daarmee bemoeilijkt zij, althans laat zij na het onderzoek naar andere energiebronnen voldoende te sti muleren en ook het gebruik daarvan voldoende te stimuleren en in die zin nodigen wij de raad graag uit naar de Vereniging Milieudefensie me dedeling te doen dat de gemeenteraad van Oudenbosch zich in haar stel ling kan vinden. De VOORZITTER: Dat is duidelijk. Ik moet u zeggen dat alle argumenten die u aanhaalt, met uitzondering van het eerste, waarbij u zegt dat wij een grootverbruiker zijn, eigenlijk allemaal argumenten zijn die te ma ken hebben met het energiebeleid, zijnde een rijksbeleid. Dus, dat de argumentatie zoals de VNG die hier op tafel legt, dat die een zaak is van parlement en regering, dat die natuurlijk onverkort van kracht blijft, maar u mag een voorstel doen. In het licht van die opvatting hebben wij u voorgesteld om het voor kennisgeving aan te nemen, omdat we dat met alle zaken doen die niet in onze gemeenteraad thuishoren. Er ligt een voorstel van de zijde van de heer Den Braber. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik kan me in uw en de argumenten van het college volledig vinden. Ik denk dat het terecht zo is dat het om een zaak van rijksbeleid gaat en het argument als grootverbruiker, daar vind ik dat we ons daarvoor helemaal niet door aangesproken behoeven te voelen. Ik denk dat wij in redelijke mate hebben bijgedragen tot een stuk energiebeperking. Als ik zie wat het programma tot bezuinigingen, zowel in de verlichting als in de gemeentelijke gebouwen ons aan ener giebesparing heeft opgeleverd. Ik heb geen behoefte om het voorstel van de heer Den Braber te steunen. De heer WIJNEN: Onze fractie heeft evenmin behoefte om het voorstel van de heer Den Braber, om het standpunt van de Vereniging Milieudefensie, te onderschrijven, om dat nog nadrukkelijker te laten blijken. Daar heb ben wij geen behoefte aan. Ik zou er overigens op willen wijzen dat de redenering die hij volgt en zegt van door het koersen naar kernenergie laat je een aantal andere mogelijkheden tot beperking van het energie verbruik achterwege en ik denk dat dat helemaal niet zo is. Er wordt al jarenlang gewerkt aan beperking van het energiegebruik, zoals de heer Rennings zei. Ook op allerlei andere niveaus wordt er onderzoek gedaan hoe het energiegebruik te beperken en het blijkt een afweging te zijn die op een ander niveau plaats moet vinden. Ik denk dat wij ons er daar om niet mee gaan bezighouden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 143