-22- de dienstverlening een aantal arbeidsplaatsen en we hebben een behoorlijk groot aantal arbeidsplaatsen in de industrie, in de landbouw. Dus ik denk ook wat die structuur betreft het niet moeilijk moet zijn voor de sta tencommissie als we hen daar een klein beetje bij helpen om inderdaad de poten onder de stoel van de bewering van de gedeputeerde uit te halen. Misschien mag dat een aanvulling zijn op hetgeen de wethouder zei. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de wethouder heeft gevraagd duidelijkheid ten aanzien van ons standpunt. Ik heb duidelijk onderkend aan een kant dat we te maken hebben met gewijzigde omstandigheden op dit moment, waar we laten we zeggen 10 jaar terug grote bedrijventerreinen, want het is al veel eerder dat eigenlijk die groeiklasse 4 is ingegeven voor Oudenbosch en voordien zaten we in de stadsregio. Het plan Albano dateert van ver voor 1979. In 1979 werd de eerste spa in de grond gesto ken, maar het plan als zodanig dateert van '74. De gedachte dat Ouden bosch een uitbreiding in die richting zou gaan maken, die stap is toch al veel eerder genomen en ik denk dat je dus onze opmerking ook in dat licht moet beschouwen, dat je in een heel ander tijdsbestek, dus in de 70-er jaren hebben wij die groei-stappen gezet. Nou daar blijkt op een gegeven moment een andere horizon te verschijnen. Ik denk dat we daar rekening mee moeten houden en de overgangsperiode, die stel ik me als volgt voor, dat wij niet alsnog 5 jaar proberen kost wat kost in groei klasse 4 te blijven, maar dat we zeggen van en dan ineens weer naar groeiklasse 3, want dan zit je weer met het overgangsprobleem, maar dat je zegt van wij houden er rekening mee dat we in de negentiger jaren nou, op een ander niveau ons moeten gaan ontwikkelen dan we tot dan toe gedaan hebben en dat we tot zolang een overgangsperiode hebben waarbij we afbouwen van groeiklasse 4 naar 3 en op welke wijze dat die zijn be slag krijgt dat hangt van de mogelijkheden en omstandigheden af. Dat kun je nu niet precies reglementeren. De heer DEN BRABER: Voorzitter, mag ik de heer Wijnen even iets vragen. Kijk, die overgangsperiode daar ben ik het helemaal mee eens hoor, we zouden de komende 5 jaar, die moeten gebruikt worden voor het afbouwen van lieverlee, het wennen aan een nieuwe groeiklasse. Maar de bijstelling van groeiklasse 4 naar een nieuwe groeiklasse 4 is ook al een stap terug, want het is nu natuurlijke groei plus 25% en de nieuwe groeiklasse 4 is gewoon natuurlijke groei. De heer WIJNEN: Nou, die prognose die ze gemaakt hebben die heeft een iets ander karakter. Die gaat nog uit van een periode '85-'90 van een iets hoger liggende woningbouw hoor. Dus ik heb die cijfers wel genoemd, maar als je dus kijkt naar wat ze in de komende jaren zich voorstellen dan ligt dat op een wat ander niveau dan als je dat over 15 jaar-periode bekijkt. Eigenlijk zit er in de hele situatie zit een geleidelijke terug loop in en ik denk dat wij daar mee te maken hebben. Dan kun je wel zeg gen van dat accepteren we niet, dat kunnen we niet. Ik denk dat als je dat niet doet dan roep je zelf de moeilijkheden op. Dus ik denk dat het meer een aanpassen is aan de werkelijkheid dan dat je nou zegt van wij kunnen beleidsmatig zoveel andere mogelijkheden oproepen die ons dan daarbij behulpzaam zullen zijn. Dat geloof ik nou niet zo stellig. Er werd daarstraks door de heer Van Eijkeren gezegd van ja, de scholen die hebben een onderwijsvariëteit. Ik hoop dat hij dat inderdaad, want dat is natuurlijk mijn liefste wens, dat dat zo blijft. Als je dus de geruch ten in de afgelopen tijd goed beluisterd hebt en hij heeft blijkbaar be tere bronnen daarvoor, dan was dat ten aanzien van de P.A. en die M.H. N.O.-school, daar heeft het er wel eens meer gespannen. Daar is de duide lijkheid nog niet ingetreden. Daar ben ik niet zo zeker van en als hij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 117