-20- schouwen. Nou, ik denk dat het ook een indeling in groeiklasse 4 betekent dat je in overgrote meerderheid juist daarvoor woningen realiseert, dat voor het aantrekken van allochtonen dat het toch een beperkt deel van je contingent betreft. De heer Wijnen zegt van nou dat loopt wat terug. Dat is inderdaad zo, daar heeft de inhaalmanoeuvre op het gebied van de woningbouw heeft daar ook het een en ander mee te maken, maar dat is niet de enige factor. De overloop, het stagneren daarvan of in ieder geval het afnemen heeft daarmee te maken, maar dat ben ik allemaal met hem eens. Alleen als hij zegt er is onvoldoende animo bij de eigen bewoners, dan ben ik dat dus niet met hem eens en dan verwijs ik gewoon naar de cijfers die bijvoorbeeld de stichting woningbouw St. Bernardus daarover heeft. Daar zie je inderdaad ten aanzien van die eerste 2 argumenten die ik wel met de heer Wijnen onderschrijf, dat zie je wel. Er is een kleinere wachtlijst en de toewijzing gaat uiteraard wat minder vlot dan men gewend was, maar er is nog steeds een wachtlijst, alleen door die inhaalma noeuvre heeft men moeten leren leven met het probleem dat mensen uitgaan de van het idee dat het 3 a 4 jaar duurde voor je in aanmerking zou komen voor een woning, zich snel laten inschrijven omdat ze over 3 jaar voor een woning in aanmerking hopen te komen en nu door de versnelling van de laatste jaren in de woningbouw geconfronteerd worden bijvoorbeeld na een half jaar of binnen een jaar met het aanbod van een woning en er dan nog niet aan toe zijn. Nou dat leidt er toe dat een woning wel eens 2 of 3 keer moet worden aangeboden. Maar dat betekent niet dat er onvoldoende animo is. Het ligt iets anders. Ja, dan eindigt de heer Wijnen met een voor mij erg boeiende maar ook het meest cryptische eigenlijk. Hij begint te zeggen dat alles al met al overziend de overgang te abrupt lijkt te worden, een overgangsperiode zou eigenlijk wel wenselijk zijn en dan vervolgens geeft de heer Wijnen een beschrijving van de groeiklasse 3 en zegt van nou als men zich daaraan houdt dan geeft dat eigenlijk vol doende redenen om akkoord te gaan. Ja, het is mij daardoor nog niet hele maal duidelijk, maar misschien kunt u dat in tweede termijn nog wat toe spitsen. Als de voorkeur uitgaat toch naar een overgangsperiode, waarbij dan, begrijp ik, heel nadrukkelijk groeiklasse 3 het gewenste uitgangs punt over 5 jaar moet zijn of dat ook een abrupte overgang op dit moment acceptabel zou zijn. De heer Huijpen die stelt dacht ik op een heldere wijze dat het overgaan naar groeiklasse 3 niet op bezwaren stuit, maar niet op dit moment. Dat er allerlei redenen zijn, hij sluit daarbij nauw aan bij de redenen die in het voorstel worden genoemd, om voor de komende periode er alles aan te doen om groeiklasse 4 te behouden. Hij wijst op de liggen. Ik heb daar al het een en ander over gezegd. Er zijn diepte investeringen gedaan. Hij wijst er terecht op dat die niet uitsluitend zijn gedaan, vooral het indirecte belang is hier vanuit gemeentewege, maar dat er ook vanuit diezelfde ontwikkeling ook nog particuliere ont wikkelingen of investeringen zijn gedaan en dat een aantal jaren op dit niveau door kunnen gaan eigenlijk nodig zijn om die volledig rendabel te kunnen maken. Nou ik denk dat het ons als gemeente past om niet uit sluitend naar onze directe verantwoordelijkheid te kijken, maar zeker ook dit soort zaken, die wat indirecter zijn, toch nadrukkelijk tot onze verantwoordelijkheid te rekenen. De voorzieningen op sociaal-cultureel gebied en op onderwijsgebied, daarvan zegt de heer Huijpen, het niveau wat ze hebben duidelijk alles te maken hebben met die subregionale functie, met die groeiklasse 4 en ja, het is heel aardig om op een gege ven moment te verwijzen naar het aantal mensen wat de basiliek zou kunnen omvatten. Ik neem aan dat van provinciewege dat niet als criterium gehan teerd zal worden. Ik wilde het hier bij laten. De heer Wierts wijst erop dat in eerdere instantie van zijn kant al gepleit is voor behoud op het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 115