-19- u van mening daarover. Ik denk niet dat we aan voorzieningen hebben inge boet ten opzichte van onze regionale betekenis. De werkgelegenheid, daar van zegt u, die is beduidend slechter geworden. Ik denk dat dat relatief gezien niet zo is, maar mogelijk dat de voorzitter ten aanzien van dat punt nog een aanvulling kan geven. Ik dacht dat met name het laatste jaar maar dat is uitgerekend de periode natuurlijk die in de evaluatie niet meer is meegenomen, maar er is voor ons geen reden om hem niet alsnog naar voren te brengen, dacht ik dat we ook op dit gebied toch weer dui delijk positieve ontwikkelingen zien in het Oudenbossche bedrijfsleven. Uw cijfervoorbeeld is aardig, maar een verschil van bijvoorbeeld 72 of 61 woningen, dat is toch praten over omstreeks 15% en dat over een pe riode van 4/5 jaar betekent voor een gemeente als de onze met zoals stadsvernieuwingsplannen als een uitbreidingsplan een aanzienlijk verlies terwijl toch bovendien steeds is gebleken dat daar waar plannen op het gebied van stadsvernieuwing, die ten opzichte van de omvang van onze ge meente eigenlijk van een forse omvang zijn en eigenlijk niet reëel uit het normale contingent bestreden kunnen worden. Er blijkt over dat soort zaken te spreken te zijn vanuit een groeiklasse 4-positie. Dus het is niet alleen maar de simpele vergelijking tussen de 72 en 61 woningen, hoewel het op zich de moeite waard is, ik vind dat verschil de moeite waard om daar nog als gemeente een jaar of 5 je sterk voor te maken, maar het kan meer betekenen dan dat. Het kan eens wat extra's betekenen, juist omdat je met die stadsvernieuwingsproblematiek zit, in de kern van de gemeente, een lokatie waarvan ook de provinciale overheid vindt dat het ja, tot redelijk snelle oplossingen moet kunnen leiden en als daarnaast uitbreidingsplannen dat bemoeilijken, omdat ook daar grote grondvoorra- den hun financiële consequenties eisen, dan is daar best een luisterend oor voor te vinden. De voorzieningen, zegt de heer Wijnen, zijn voor de huidige bevolking. Ja, dat is correct, we zijn nu niet onmiddellijk aan het bouwen voor geweldige uitbreiding van de bevolking, die zit er niet meer zo in, maar ik denk dat de vraag is of een aantal van de voorzie ningen die we hebben daar ik denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van het zwembad, van instructiebad naar een 25-meterbad, en als een dergelijke investering er ooit gekomen zou zijn als wij geen groeiklasse 4-functie zouden hebben gekend. Ik denk ook dat dat geldt voor de industrieterrei nen. De wijze waarop industrieterreinen ontwikkeld zijn heeft duidelijk te maken met de indeling die een jaar of 6 geleden heeft plaatsgevonden in de groeiklasse 4. Ik ben het ook niet op dit punt volledig eens met de heer Wijnen, daar waar hij zegt grootschalige bedrijven die passen hier niet. Ik denk dat ze hier best passen. Ik denk alleen dat de aard van het produktieproces een zaak is die wij moeten bewaken. Ik denk dat wij als we praten, bijvoorbeeld over bedrijven die in het kader van de milieuwetgeving als A-installaties worden aangeduid, dan ben ik het met u eens. Daar moeten we uiterst voorzichtig mee zijn om die in een gemeen te van onze omvang binnen te halen, maar als dat schone industrie is dan zou ik niet weten waarom het geen grootschalig bedrijf zou mogen zijn. Juist op grond van de argumenten die bijvoorbeeld de heer Huijpen naar voren heeft gebracht, die met name alles te maken hebben met onze ligging. Meer kleinschalige, ambachtelijke bedrijven zegt de heer Wijnen. Nou ik dacht dat juist de diversiteit, als ik denk aan de drie industrieterrei nen die wij kennen, het duidelijk verschillende karakter van die drie terreinen, dat wij ook de kleinschalige, ook de meer ambachtelijke be drijven een uitstekende lokatie kunnen bieden. Dus het is niet het een of het ander denk ik, ik denk dat we in de omstandigheden verkeren dat we beiden een goede lokatie kunnen bieden. Ja, op de andere punten die naar voren zijn gebracht door de heer Wijnen, dacht ik voldoende gezegd te hebben. Misschien nog een punt, de stadsvernieuwing en het uitbrei dingsplan Albano, dat moeten we vooral voor de eigen woningbehoefte be-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 114