-15- van de sportakkommodatiesJa, dat zijn natuurlijk zaken, die kunnen we wel opsommen, maar ik wil er toch eigenlijk wel op wijzen dat deze voor zieningen vooral getroffen zijn voor de huidige bevolking en toch niet vooral met het oog op de uitbreiding van onze bevolking, want die dingen waren gewoon onnodig en we hopen eigenlijk niet dat het zodanig wordt dat we die voorzieningen dat die binnen de kortste keren weer helemaal volgelopen zijn. Dan moeten we weer gaan uitbreiden. Hetzelfde bijna als met de sporthal, die is toch op de eerste plaats voor de mensen uit de eigen plaats gebouwd. Dan de plannen rond de Brouwerijstraat, Polder straat of in Albano, ja dat zijn toch plannen waar je op de eerste plaats denkt aan eigen woningbehoeften en in de laatste jaren hebben we dan kun nen constateren dat er voor die gebouwde woningen onvoldoende animo bij de eigen inwoners is om ze bewoond te krijgen en ja, dan vraag ik me toch wel af of dat realistisch is om op grond van deze ervaringen aan te voe ren tot behoud van groeiklasse 4. Als je nou, de heer Den Braber heeft dat eigenlijk ook al gezegd, van na 1990 hoeven we niet meer zo hard te groeien. Dan zijn we waarschijnlijk al weer een beetje ouder en verzadig- der, maar een voortzetting van het huidige bouwtempo ja, dat zou naar onze mening toch ook wel nadelen met zich mee kunnen brengen en tot een vrijwel, als je nou dit tempo doorzet, zoals we nu de laatste jaren ge kend hebben, dan krijg je een snelle aanwas van de woningbouw en met een vrijwel uniform woningbouwpatroon en dan vraag ik me toch wel af of de schaarse mogelijkheden om in de toekomst te bouwen dat die daardoor ver loren gaan, door de nood gedwongen dan en een ander punt is dan dat de werkgelegenheid tot dusverre ook achterblijft bij het beschikbaar komen van de woningen, dus dat daar een evenwichtigheid in de sociaal en econo mische opbouw van onze gemeente zou kunnen ontstaan. Ja, groeiklasse 4 denk ik dat, die hebben we altijd gehad. Van de andere kant zou ik het eigenlijk wel betreuren als we door de planwoede gedwongen Oudenbosch allerlei woonvormen tot stand moeten gaan brengen die eigenlijk wat min der passen in onze omgeving en wij denken dan dat Oudenbosch toch een onderdeel van het landelijk gebied moet blijven uitmaken en niet stede lijke woonvormen moet gaan krijgen met etages en met een hele grote dichtheid. Ik geloof dat ze op andere plaatsen wel eens aanleiding zijn tot het vertrek van inwoners. Ik denk dat wij dan niet die weg op moeten gaan om hetzelfde hier te gaan doen. Industrievestiging is ook een punt of een onderdeel wat een rol speelt. Dan is het zo dat je in een gebied wat een landelijk karakter wenst te houden en ik geloof dat een aantal van ons dat toch wel wil, dat daar eigenlijk de grootschalige bedrijven minder goed passen. Ik denk dat die grootschalige bedrijven meer op zijn plaats zijn waar specifieke bedrijventerreinen zijn en die zouden dan in stadsregio's, eventueel Etten-Leur, Moerdijk of zo, maar bij ons zou ik eigenlijk de voorkeur er aan geven, maar ik heb niet alles te vertel len, aan een kleinschalige industrie en ambachtelijke bedrijven en daar eigenlijk de aandacht op willen vestigen. Het zal u duidelijk zijn dat de CDA-fractie het iets minder erg vindt dan het college als Oudenbosch te zijner tijd in een andere groeiklasse terecht zou komen. Als we nou naar de omstandigheden kijken dan moeten we eigenlijk eerlijk zijn dat G.S. in bepaalde opzichten gelijk heeft met hun benadering. Anderzijds zitten we weer met het probleem dat diverse ontwikkelingen in onze ge meente lopend zijn en dat daar een dergelijke overgang een inbreuk zou kunnen betekenen. We moeten eigenlijk ook nog een soort overgangsperiode, waarbij we na verloop van tijd moeten accepteren en ook dat we voor ons zelf de zaken geregeld moeten zien te krijgen en niet teveel moeten gaan zitten hopen op de hogere overheid, die het voor ons allemaal moet gaan zitten regelen. Ja, enige steun vond ik toch wel in de omschrijving van de groeiklasse 3, waarin staat dat groeiklasse 3 een aanduiding krijgt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1985 | | pagina 110