-14-
Lettend op de verdere argumenten van toen kunnen we constateren dat
de functie van Oudenbosch op het gebied van de gezondheidszorg bijna
totaal is vervallen, tenminste als je kijkt naar functies die een bo
venregionaal karakter of regionaal karakter, of bovenlokaal karakter.
Dat huisartsenfront is nou niet zo essentieel voor Oudenbosch, want
die hebben ze in andere plaatsen evenzeer. Toentertijd is die motie
wel met algemene stemmen aanvaard, maar het was wel opmerkelijk dat
de indieners van de motie kort daarna toch geen hand uitstaken om on
der andere het ziekenhuis van Oudenbosch te behouden. Dat zijn zaken
waar je dan toch mee te maken hebt als je praat over een groeiklasse-
indeling en je wilt die dan argumenteren. Het gebeuren rond de onder
wijsvoorzieningen in onze gemeente, ja, daar moet ik eigenlijk meer
van constateren dat als je ze beziet ten opzichte van de regio, dat
ze eigenlijk meer voor lokale dan voor regionale gemeenschappen dienst
doen. Ze staan er eigenlijk, althans sommigen, uiterst zwak voor wat
hun positie in Oudenbosch betreft en dat hangt samen met de ontwikke
ling van de grote normen die men op het ministerie bepaald en de groei
als zodanig, ja, ik denk dat die er heel weinig is geweest. Integen
deel. Nou met industrie, ook een punt wat toentertijd speelde, daarmee
is het eigenlijk nog hetzelfde gesteld als in 1979. Daar kunnen wij
ook evenmin van zeggen dat ja, wij maken het. Het is eigenlijk zo dat
de werkgelegenheidssituatie eerder verslechterd is en ja, er vindt
nu een arbeidskrachtentelling plaats dus misschien dat we zo weten
hoeveel mensen dat er precies werkzaam zijn en dat we dan een basis
hebben om dat te vergelijken, maar ik denk dat die nog even zorgelijk
is en dat er eerder arbeidsplaatsen verspeeld zijn in de afgelopen
jaren dan dat we er bij gekregen hebben, in onze gemeenschap dan. De
provincie die constateert dan verder dat in de negentiger jaren veel
minder behoefte zal zijn aan woningen dan in de jaren "80 en dat er
weinig of geen vestigingen van elders zullen komen, dat de woning
voorraad achter blijft, dat wel bij de behoefte. Ten opzichte van het
landelijk gebied constateren zij nou dat die stadsregio's nou weer
achterblijven en dat ze er veel werk van willen maken door een bunde
ling de leefbaarheid in de steden op peil te houden. Dat zou dan tot
gevolg moeten hebben dat Oudenbosch zijn eerdere toegekende groei-
klasse zou moeten gaan verliezen en in de groeiklasse 3 geplaatst
zou moeten gaan worden. Dat heeft toch wel consequenties. Als je dus
kijkt naar het tabelletje wat bijgevoegd is. Dat strekt zich dan uit
in de periode '85 tot 2000, dan zou dat betekenen, als je uitgaat van
een gemiddelde benadering over de gemeenten die in groeiklasse 3 ge
plaatst zijn, dan zou een toeneming van de woningbehoefte gerealiseerd
of ontstaan van 23%, dat wordt althans verwacht en bij de groeiklasse
4 zou dat 27% zijn. Als je dat dan omzet in het aantal woningen op
jaarbasis wat er gebouwd zou moeten worden, zou dat voor onze gemeente
voor die 15 jaar, we praten over gemiddelden, neerkomen op een woning
behoefte van in de 60 woningen, als je die groeiklasse 3 geplaatst
zou worden en 72 woningen als je in de klasse 4, wel zo'n stuk of 10
woningen verschil zou dat per jaar betekenen. Als je let op de prog
nose die er ook aan toegevoegd is, ja, de waarheid daarvan kan ik
moeilijk betwisten of daar ben ik maar vanuit gegaan zoals het daar
weergegeven is, dan zou dat op 5 woningen per jaar neerkomen. Het ver
schil zou dan 59 zijn voor de groeiklasse 3 en 64 voor de groeiklasse
4. Ja, dat is natuurlijk toch wel iets waar je als je dat relateert
aan de huidige stand van de woningbouw, waar je toch naar moet kijken.
In het preadvies somt het college voorts allerlei voorzieningen op
die getroffen zijn in verband met de grotere groei. Het betreft dan
de uitbreiding van het zwembad, de verbouw De Schuur, de uitbreiding