-12-
van de heer Klijs is het geenszins de bedoeling van onze fractie om
de bejaarden middels dat bejaardenpaspoort om dat op deze manier te
verstrekken een bepaald etiketje te plakken, maar ons uitgangspunt
is geweest van het is een minimale opbrengst, dus vandaaruit zouden
we ons dat voor kunnen stellen.
De VOORZITTER: Maar leges met minimale opbrengsten hebben we nog wel
meer, mijnheer Huijpen en als we daarnaar zouden gaan kijken zou het
wellicht een objectief karakter hebben. Zou het zijn ingegeven door
het feit dat bij pensionering de inkomens omlaag gaan, dan ligt er
sinds kort een zeer nadrukkelijk advies van de zijde van de minister
om dat niet zo categoriaal te doen als u nu voorstelt, maar dan uit
sluitend te doen rekening houdend met individuele omstandigheden van
mensen die iets aanvragen. Dus ik moet u ten zeerste ontraden in het
licht van alle reacties die er verder zijn gekomen, om het voorstel
te handhaven. Akkoord Dank u wel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
15. Voorstel tot het geven van commentaar op de (ontwerp)-Evaluatie
nota 1984 en de (voorontwerp)-partiële herziening 1985 Streekplan
West-Brabant
De heer DU PONT: Voorzitter, wij zijn akkoord met dit voorstel om te
streven groeiklasse 4 te handhaven. We vinden het een slechte zaak
als een en ander abrupt zou worden afgebroken in verband met het feit
dat wij onze bestemmingsplannen en andere voorzieningen al geruime
tijd hebben gebaseerd op groeiklasse 4. Een abrupte overgang van 4
naar 3 zou een verstoring veroorzaken in het beleid wat de afgelopen
jaren is gevoerd. Dat geldt ten aanzien van de bestemmingsplannen,
maar ook ten aanzien van verdere voorzieningen. Ze zijn in het pread
vies uitvoerig genoemd. Ook onze betekenis als onderwijscentrum, denk
ik dat het noodzakelijk is te streven groeiklasse 4 te handhaven. Het
onderwijs ondervindt door terugloop van het aantal leerlingen toch
al een behoorlijke druk. Bovendien, de herstructurering die vanuit
de hogere overheid, waar nog steeds over gesproken wordt zou ook hier
een aanval kunnen doen, op het scala van onderwijsvoorzieningen, wat
we binnen onze gemeente hebben. Daarom denk ik dat het handhaven van
groeiklasse 4 daar alleen al een belangrijke factor voor kan zijn.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, mijn fractie kan zich erg goed vinden
in het streven van de landelijke overheid om de groene ruimten zo hoog
mogelijk te houden en de sub-organisatie dus tegen te gaan. Voor ons
hoeft Oudenbosch ook zo groot niet meer te groeien. Wij vinden het
zoals het nu is toch wel een aardige schaalmaar dan denken wij toch
wel op termijn, bijvoorbeeld bij een volgende herziening van het
streekplan. Zo rond 1990, dan denken wij dat Oudenbosch er best aan
toe is om inderdaad een stapje terug te gaan. Het gaat, zoals G.S.
het nu voorstelt, te bruusk, te abrupt en in feite gaan ze ook 2 stap
pen terug, want niet alleen worden we dus volgens voorstel van de pro
vincie van groeiklasse 4 teruggeplaatst in 3, maar tegelijkertijd
worden ook die mogelijkheden van die groeiklassen naar beneden bij
gesteld en gaan we van groeiklasse 4, met de oude termen gerekend,
terug naar groeiklasse 2, van de natuurlijke groei 25% naar de na
tuurlijke groei min 15% en dat scheelt toch 40%. Ik denk dat het,zoals
het in het preadvies staat, daarin te weinig rekening gehouden wordt