-6-
is dat er meer moet gebeuren om de frequentie van politiecontrole te ver
hogen. Ik heb u tijdens een van de raadsvergaderingen horen zeggen dat
er tijdens het weekend intensief aandacht wordt besteed aan de scholen,
maar in de praktijk blijkt dat het toch niet voldoende is. Onze fractie
stelt eigenlijk voor om gezamenlijk in overleg met de politie eens een
onderzoek in te stellen en in dat onderzoek kan dan laten we zeggen een
inventarisatie worden gemaakt van alle aanwezige apparatuur, kostbare
apparatuur, want daar draait het om, zoals die nu bij de scholen aanwezig
is en eventueel nog gaat komen. Ik denk dat daarvoor een beveiligingsplan
moet worden opgesteld en ik denk dat die apparatuur in ieder geval in
het schoolgebouw goed begrendeld moet worden. Ik denk dat er dan ook nog
gekeken moet worden naar benadering van schoolgebouwen zelf, omdat zeker
in de toekomst niet eens alle apparatuur achter slot en grendel opgebor
gen kan worden en mogelijk dat zelfs met behulp van stil alarm zaken
moeten worden beveiligd, maar dat zou in het onderzoek kunnen worden mee
genomen. Ik denk dat daarmee voor een deel toch kan worden voorkomen dat
we in de toekomst worden geconfronteerd met het beschikbaarstellen van
kredieten ten behoeve van heraanschaffing.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik weet niet zeker of het de eerste
keer is, maar zo vaak maken we het gelukkig niet mee dat we gelden moeten
uittrekken in verband met de heraanschaf als gevolg van het verdwijnen
van spullen uit een lagere school of kleuterschool. Ik kan me voorstellen
dat bij dit soort voorstellen van onze zijde de gedachte opkomt dat dat
schering en inslag moet zijn. In de krant lees je ook nog wel eens een
keer over inbraken en met name de apparatuur waar de heer Videier op
doelde. Toch denk ik dat het zinnig is om het beleid ten aanzien van be
veiliging in eerste instantie aan de school zelf over te laten en het
opbergen van spullen en dat soort zaken, het afsluiten, maatregelen voor
het opbergen tijdens de vakantieperiode en dat soort dingen meer, denk
ik dat in eerste instantie al wat aandacht heeft van de scholen zelf.
Ik zou ook niet al zover willen gaan dat je al een beveiligingsplan maakt
waar al zeker een onderdeel van is beveiligingsapparatuur of alarmappa-
ratuur omdat dat enorm veel geld kost en als je dat per school zonder
meer al zou gaan aanleggen dan zou dat vele malen de kosten zijn die ik
die hier in de raad heb meegemaakt in verband met de heraanschaf. Ik zou
daar erg voorzichtig mee willen zijn. Ik denk dat het verstandig is van
onze kant en dat wil ik dan wel overnemen van de heer Videier, om met
de schoolbesturen wanneer wij met gaan bespreken ook over dit punt eens
van gedachten te wisselen en te bezien wat ons naast de controle van de
zijde van de politie zoals in de vorige raadsvergadering al is gezegd
wordt verricht, te bezien wat we zelf zouden kunnen doen, misschien in
samenwerking met de scholen.
De VOORZITTER: Ja, misschien mag ik daar iets op aanvullen. Ik heb vorige
keer op verzoek van de raad toegezegd dat ik het initiatief zou nemen
om met politie en schoolbesturen om de tafel te gaan over het vandalisme
in de omgeving van de scholen. Mag ik u aanbieden dat ik dit probleem
bij die gelegenheid meeneem en kijk of we er daar in slagen om in geza
menlijk overleg iets ter zaken te doen. In alles daarbij de zelfstandig
heid van de schoolbesturen daarbij respecterend, maar dan weten ze ook
dat het onze zorg is.
De heer VIDELER: Ja, voorzitter, waarbij ik dan zeg dat de wethouder dat
ook niet uit het hoofd weet, maar als hij zegt niet vaak, maar misschien
is het goed eens terug te kijken in het verleden hoe vaak dat is voorge
komen en dat dan gelijk meenemen met de schoolbesturen.
De VOORZITTER: Ik denk dat waar ons onze herinnering ons allemaal in
de steek laat we moeten constateren dat het inderdaad niet zo'n vaart