-6- heid krijgen die subsidieverzoeken te behandelen en uit te voeren. Nou dat is de reden waarom we op dit moment met dat voorstel komen, om in dit geval te voorkomen dat we in de volgende situatie voor elk verzoek, hoe klein dan ook, bij u moeten komen. Wat is namelijk nog meer het ge val Daarenboven is het geval dat het blijkbaar zeer moeilijk is om uit de cirkelgang te komen van eerst een plan maken en dan geld of eerst geld en dan een plan en dan de aktiviteiten. Men is het zo gewend om op die manier te werken. In het afgelopen jaar is met de stichting buitenlanders "West-Brabant" op soortgelijke wijze gewerkt als in dit overgangsjaar eigenlijk wordt voorgesteld aan u om te werken en alleszins is het de bedoeling om in 1985 niet meer op deze wijze te werken, maar te werken volgens het plan, zodanig dat er een situatie ontstaat die zich ook mani festeert bij het sociaal-cultureel programma. Wat dat betreft is er dan sprake van gelijkschakeling en ja, het voorstel is, zegt de heer Klijs, eigenlijk weinig onderbouwd. Ik heb dan toch gepoogd om met deze elemen ten aan te geven waarom wij u vragen om medewerking in de overgangssitua tie en het adequaat reageren op subsidieverzoeken is dan inderdaad moge lijk en ik denk dat het tijdsbestek wat er dus ligt tussen het indienen van een subsidieverzoek en het moment waarop dat in de raad besproken kan worden iets groter is dan het indienen van een subsidieverzoek en vervolgens het besluit van B. en W. maar op zich is dat niet het enige. Ik denk dat het probleem ook is dat je adequaat reageert in de zin van er komt een subsidieverzoek binnen en er is een uitwerkingsbevoegdheid. Ik denk dat je voor de komende tijd van 1984 meteen kunt handelen. Dan is er ja, u verwacht op die manier een beter verloop, dat staat ook zo. We verwachten inderdaad dat we op deze manier beter in staat zijn in 1984 te beantwoorden aan de verzoeken die er liggen. In antwoord aan de heer Huijpen die eigenlijk ook een soortgelijke problematiek constateert als de heer Klijs. Ja, ik denk dat we inderdaad adequaat kunnen reageren als we die mogelijkheid hebben zolang er geen regeling is met betrekking tot de wijze waarop de subsidieverlening aan minderheden. Als de raad, mijn heer Huijpen, anders zou willen beslissen, dan is het natuurlijk mogelijk. De gewoonte bestaat om, alhoewel het in een enkele situatie wel eens pro blematisch is, zoals in deze als je adequaat wilt reageren, dat wij de subsidieverzoeken waarover wij een besluit hebben genomen of we het be sluit gaan nemen, dat wij dat in de commissie specifiek welzijn brengen. In dit geval is het erg moeilijk om daar op deze wijze op te reageren om dat zich een probleem aandient. De Rammadan is afgelopen. De mensen had den eigenlijk al aktiviteiten willen ontplooien.Het ontbrak hun aan mid delen en men had toch wel behoefte aan een beslissing op korte termijn. Vandaar dat we nu we de gelegenheid toch hadden om vanavond nu we toch bijeen moesten komen om het ook op de agenda te zetten en het op deze wijze aan u voor te stellen. Als de raad inderdaad anders zou willen be slissen dan kan dat uiteraard altijd. Dat zal dan ook wel op verzoek van de betrokkenen kunnen gebeuren. De heer Rennings zegt akkoord met die overgangsregeling, maar onder voorwaarde dat. Ik geloof dat ik hem heb duidelijk gemaakt dat het ook alleszins onze bedoeling is om het niet meer te doen zijn dan het regelen van deze zaak voor de termijn tot 1 januari, het moment waarop wij een regeling gereed zullen hebben. Ik denk dat het gezien het belang wat er toch mee gemoeid is dat, aan de korte termijn die ermee gemoeid is, dat we in dit verband dan toch een beslis sing kunnen nemen, hetzij over het één hetzij over de verzoeken die er liggen. De heer KLIJS: Ja, voorzitter, de wethouder die is vrij uitvoerig inge gaan op de vraagstelling en een aantal problematieken geschetst en daar uit blijkt dat er nogal wat voorbereidende werkzaamheden zijn. Nou die voorbereidende werkzaamheden behoren nu eenmaal tot de taak van B. en W. en die kunnen wat mij betreft daar ook blijven.Hij zegt bij herhaling

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 6