-4- Klijs en mijnheer Huijpen, want die brief is natuurlijk toch wel een on derdeel waar we ja tegen moeten kunnen zeggen, luidt: Bij de toekenning van de bijdrage heb ik overwogen dat op de vrijkomende grond 12 gesubsi dieerde woningen zullen worden gerealiseerd en ten tweede dat hiermede de woonfunctie wordt versterkt. Dus een strikte uitspraak die ons bindt in de zin van het moeten 12 woningen worden is er niet. Ik denk wel dat we de kans lopen dat we in het overleg met de P.P.D. bij een verandering daarvan tegen problemen, althans tegen vragen aanlopen. Wellicht dat we die dan in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening voor onze kiezen krijgen, maar die moeten we dan ook maar beantwoorden. Dus wat betreft mijnheer Klijs dat is duidelijk, alleen het in bezit krijgen. U bindt u als fractie niet aan welke invulling dan ook. Nou ik denk dat hier ook niet een dwingende eis is om u aan 12 woningen te binden. Ik denk wel dat op de teneur van het besluit bijdrage reconstructie- en saneringsplannen, dat het moet gaan om een intentie om te komen tot een versterking van de woonfunctie. Dus ik neem aan dat als we ertoe beslui ten dat we dat toch in ieder geval als intentie willen meenemen. Met be trekking tot de vraag van de heer Rennings, dat 1/3 deel dat heeft op het allergrootste perceel betrekking en als je 1/3 van die eigendom niet hebt kun je niet zeggen dat je er een hoek van 1/3 uit kunt laten, want dan kun je met het geheel niks doen. Vandaar dat we dus echt het geheel nodig hebben. Dan de heer Huijpen, daar heb ik al op geantwoord aan het adres van de heer Klijs. Met die kanttekeningen kunt u zich ermee vere nigen Akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 3. Voorstel tot het machtigen van het college van burgemeester en wet- houders tot het toekennen van subsidies ten behoeve van aktiviteiten van Turkse en Marokkaanse inwoners van Oudenbosch, zoals bedoeld in het raadsbesluit van 12 april 1984. De heer DEN BRABER: Met het voorstel akkoord. Een opmerking erbij. Wij dragen aan u die bevoegdheid over en het is denk ik niet juist dat we daar regels bij gaan stellen. Toch een verzoek namens mijn fractie en dat is om bij afhandeling van die subsidieverzoeken die groepering niet te verbijzonderen en te handelen in de geest van de subsidieregels zoals die liggen in het programma voor dit jaar en voor gelijkwaardige afhan deling zorg te dragen. De heer KLIJS: Voorzitter, onze fractie heeft moeite met dit voorstel zoals het er nu ligt. We vinden het eigenlijk weinig onderbouwd, echt een reden waarom dat dit nou aan het college overgedragen moet worden die invulling daarvan. In het bijzonder wanneer u dan stelt dat dan ver wacht mag worden het stimuleren van de belanghebbende aktiviteiten een beter verloop zou kunnen hebben. Daar zien we de zin helemaal niet van in. Wij vragen ons af waarom de subsidieverzoeken niet een gewoon verloop kunnen hebben zoals met alle andere subsidieverzoeken is gebeurd. B. en W. die doen hun best, die bereiden deze zaken voor en leggen de uiteinde lijke beslissing ten aanzien van het subsidieverzoek dan aan de raad voor. Waarom dat er nou voor deze zaak een uitzondering gemaakt moet wor den daar ontgaat ons op dit moment de zin van en vooralsnog kunnen wij er niet mee instemmen, mijnheer de voorzitter. De heer HUIJPEN: Ten aanzien van dit voorstel, voorzitter, zijn er bij ons toch wel wat vraagtekens en problemen. U zegt in het voorstel om de ontwikkeling en uitvoering van aktiviteiten van minderheden te stimuleren is het gewenst dat ofe' subsidieverzoeken van die kant adequaat gereageerd kan worden. Wij vragen ons af of dat de raad ook niet zou kunnen. Dan zegt u naar verwacht mag worden wordt dit bevorderd als uw college door de raad gemachtigd wordt tot het nemen van beslissingen ten aanzien van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 4