-3- planologische commissie en de P.P.D. die zijn zo nauw dat u begrijpt dat dat in overleg mag heten met de P.P.D. Aan het adres van de heer Rennings die planwijziging komt dus in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening vanzelfsprekend ter sprake. Met betrekking tot de koopovereen komst. Die sloopkosten als zodanig lijken niet meer interessant of niet meer relevant omdat is overeengekomen dat het slopen voor rekening komt voor rekening van de verkoper en de invulling van het bedrag van de koop had nog niet plaatsgevonden toen u op donderdagavond het preadvies uit gereikt kreeg. Inmiddels is die invulling, zoals u gezien hebt in de koopovereenkomst zelf wel gerealiseerd en is het een bedrag geworden van 325.000,en dat is inclusief sloopkosten. Dus dan zouden we het be drag moeten splitsen zoals ook in het preadvies is opgenomen. In her uit eindelijke besluit gaan we spreken over de 324.000,zoals we nu in de koopovereenkomst zoals die in het stuk ligt staan en niet over de 359.000,zoals ze in het preadvies staan. Dat geheel is dus de aan koop van de grond plus sloopkosten, dat is dus één transactie geworden. Ik liet zoeven al blijken, de beschikking van de minister die is vanoch tend hier binnengekomen. Die is gedateerd 3 juli. De voorwaarden daaraan verbonden kenden we niet. Overigens wil dat niet zeggen dat we die niet hadden kunnen kennen, per slot van rekening hebben we een soortgelijke brief met betrekking tot St. Louis gehad. Maar het punt van de bodemver ontreiniging is in de onderhandelingen niet aan de orde geweest. Nu het een voorwaarde is denk ik dat ik het als een voorwaarde ook uwerzijds moet meenemen en op die basis tot een akkoord moet zien te komen, omdat we anders verder ook bij de minister niet gedraaid komen met de subsidie die we hebben toegezegd gekregen. Dus ik neem die suggestie graag over en als ik hem mag vertalen in de vorm dat de raad eist dat dat alsnog wordt opgenomen. Als de verkoper nog niet kan leveren dan hebben we af gesproken dat het geheel niet door kan gaan. Wij hebben van onze kant niets aan slechts een klein gedeelte. De oorzaak daarvan ligt dan in om standigheden die in ieder geval tot een zodanige prijs zullen leiden dat met de subsidietoezegging die er nu ligt wij toch niet tot een accepta bele planopzet kunnen komen. Ik hoop dat ik ook mijnheer Klijs met be trekking tot de sloopkosten voldoende beantwoord heb. Met betrekking tot de invulling, ook dat er nu dus de randvoorwaarde is gesteld van de ver sterking van de woonfunctie in de brief van de staatssecretaris, waarbij hij dus stelt dat er 12 woningen moeten komen. Met betrekking tot de vraagstelling van de heer Den Braber, de andere lokaties zijn inderdaad nu niet aan de orde. Een voorbereidingsbesluit is nodig maar kan op dit moment nog gemist worden. Daarvoor hoeven we vandaag geen besluiten te nemen, reden waarom we dat ook niet hebben meegenomen. De heer KLIJS: Mijnheer de voorzitter, ik kan in zoverre instemmen met het antwoord van u. Alleen deze duidelijke opmerking die ik toch nog één keer wil herhalen. Het gaat ons op dit moment alleen om het in het bezit krijgen van het terrein en niet om de invulling ervan, met alle conse quenties daaraan verbonden. We binden ons dus nu niet aan enige eis of enige toezegging. Ook niet wat het aantal woningen betreft. De heer RENNINGS: Nou eigenlijk een opmerking met betrekking tot uw laatste reactie. Met de rest van uw antwoord kan ik instemmen, maar moet ik afleiden dat wanneer de verkoper 1/3 deel van dat perceel niet kan leveren dat dan als enig alternatief rest om de koop niet door te laten gaan Is het absoluut onmogelijk om dan genoegen te nemen met de 140 m2 of 130 m2 minder met verrekening van prijs. Kunnen we zonder dat stuk grond ons plan niet realiseren De heer HUIJPEN: Met betrekking tot die 12 woningen, voorzitter. Houdt dat in dat er geen andere mogelijkheden zijn Die 12 woningen die moeten er gebouwd worden De VOORZITTER: De formulering in de brief en dat in antwoord opJ.de heer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 3