-23- worden. Er zijn ook een aantal mensen die inmiddels al mondeling heb ben gereageerd waardoor het getal van 98 waarop in feite het bedrag is gebaseerd wat de Heidemij offreert dat toch weer gehaald gaat wor den, maar op zich zijn die getallen iets minder belangrijk. U hebt toch gezien dat de drie clusters per aantal aansluitingen nogal ver schillen, maar dat de kosten per cluster niet zo geweldig veel uiteen lopen. Dus de invloed van het aantal aansluitingen op het cluster is relatief gering omdat de bulk van de kosten zit in de overhead-aan- sluiting per cluster. Overigens zal er toch via de commissie en de raad in de loop van de komende maanden een bijstelling moeten plaats vinden omdat nu het Groene Woud, Wolvenstraat, Moerdijksestraat en inmiddels ook nog een enkeling aan de Oudlandweg te kennen heeft ge geven dus buiten die 93 schriftelijke verklaringen om om alsnog aan gesloten te worden, neem ik aan dat we de 100 toch gaan overschrijden, maar tegen de achtergrond van de kosten en de verfijningsregeling is het deze zaak die niet kostenverhogend, eerder overschotvergrotend werkt. Dus in die zin is het alleen maar plezierig en met name schijnt dat op die manier meer mensen kunnen worden aangesloten. Dat is prettig. Hetzelfde geluid is er ook van de Zwarthoofdseweg, dat welis waar via de schriftelijke verklaringen er 3 van de 11 zouden willen worden aangesloten. Het feit dat toch per aansluiting er gelegd wordt betekent dat in de toekomst in ieder geval de rest aangesloten kan worden en naar ik heb vernomen zou er inmiddels mondeling meer dan 3 belangstellenden zich gemeld hebben. Ja, er zit inderdaad een pro bleem in het feit dat men niet alle water kan lozen, waardoor die mensen toch met een probleem blijven zitten ten opzichte van de situatie die mensen kennen in de bebouwde kom. Ja, ik denk dat dat een zaak is die opnieuw bekeken kan worden. Ik vraag me af of dat dan toch een financiëel of een belastingverhaal gaat worden of daar de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening de uitgelezen com missie voor is. We kunnen erover nadenken dat dat in ABZ aan de orde zou kunnen komen. De opmerking van het zakelijk recht, ik weet niet of de voorzitter daar direct op wil ingaan. De opmerkingen van de heer Den Braber, de getallen betreffende, daar heb ik al op geantwoord. Het reserveren van het overschot wat ontstaat tussen de kosten van uitvoering en de incassering van de verfijningsregeling, ten gunste in de toekomst van onderhoud en dergelijke om eventueel in het kader van de wat meer onrendabele aansluitingen in gebieden met meer ge spreide bewoning aan te wenden, dat vind ik een waardevolle gedachte. Ik denk dat het een goede zaak is om in die zin daar voorlopig een reservering van te maken. Ja, de opmerkingen van de heer Rennings kan ik alleen maar onderschrijven. Dat betekent in ieder geval dat hier ook op dit gebied werk gecreëerd wordt binnen de gemeente. Ik dacht voorzitter dat ik alle opmerkingen gehad had. De VOORZITTER: Ik vroeg me af of u er niet een over het hoofd had ge zien. U hebt wel een aantal malen over uitbreidingsmogelijkheden ge sproken, maar de vraag van de heer Wijnen over de reservecapaciteit De heer VAN EIJKERENDe capaciteit, ja, ik heb begrepen dat de maxi male capaciteit 300 aansluitingen zou betreffen. Dus wat dat betreft zit er een zeer ruime overcapaciteit in en is het zeker niet op de meest minimale wijze berekend. De VOORZITTER: Met betrekking tot het fiscale aspect het volgende. Ik begrijp van de secretaris dat bij bedrijven de situatie aldus is dat als men kan aantonen dat als men water verbruikt in een omgeving

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 32