-22- het feit dat het een haastklus is. Ik denk dat die indruk sterk gewekt wordt door het feit dat nu die circulaire laten we zeggen wat meer druk op de ketel brengt, maar dan grijp ik toch de opmerking van de heer Rennings aan. Het was duidelijk dat vanaf de eerste behandeling in de commissie uitgangspunt geweest het realiseren van de uitvoering inclusief de werkzaamheden die mensen Op het erf zouden moeten doen vóór 1 januari 1985. Alleen door de financiële consequenties die door die circulaire duidelijk zijn geworden voor de periode na 1 januari 1985 dan kun je zeggen dat de druk des te groter is geworden, omdat alles wat je daarna aansluit dat je daar tot in lengte van jaren nog 80% op krijgt, dus dat het de gemeente zelf geld gaat kosten. Ik vind de opmerking van de heer Huijpen enerzijds begrijpelijk anderzijds in zoverre moeilijk. Onduidelijkheid over een aantal zaken en met name de kosten die verbonden zijn met de uitvoerende werkzaamheden op het eigen erf bij de mensen. Onwetendheid over de kosten waarmee men jaar lijks geconfronteerd wordt. Ik moet zeggen dat zowel in de informatie die op schrift naar de mensen is toegegaan via de enquête, de publika- tie die heeft plaatsgevonden, maar vooral ook de informatie die door ons in samenwerking met de mensen van de Heidemij op grond van hun ervaringen elders ook op de informatie-avond zelf is gegeven, daar is juist op deze dingen heel concreet ingegaan en indicaties gegeven van wat men zich daarbij moet voorstellen en van onze zijde is aange geven wat de kosten aan rioolretributie betekenen. U weet dat er in de commissie ook gesproken is over de twee mogelijkheden die er waren, die je in principe zou kunnen denken, namelijk een behandeling van de mensen in het buitengebied op dezelfde basis als mensen binnen de bebouwde kom behandeld worden, namelijk met een eigen bijdrage bij aansluiting van een dikke 500,meen ik. Daarvan is juist omdat de verfijningsregeling er tegenover staat is in de commissie gezegd van dat moeten we hier niet doen, want de mensen hebben te maken met kosten, de een niet, de ander minder, voor aansluiting op eigen erf. Dus in feite is die tegemoetkoming waar u om vraagt in die zin ja, door de commissie eigenlijk al in het advies wat tot dit voorstel heeft geleid vervat door niet uit te gaan van die eigen bijdrage. Ja, de heer Wijnen constateert dat er door de circulaire een versnel ling is gekomen. Daar ben ik al op ingegaan. De inventarisatie, ja, we zijn voorlopig binnen de bebouwde kom bezig met het inventariseren van die riolering en ik denk dat het een goede zaak is om daar te zijner tijd ook het gebied wat daarbuiten valt in te betrekken. Dat hier is uitgegaan van 3 clusters is duidelijk tegen de achtergrond van de omvang van de bijdrage per aansluiting in het kader van de ver fijningsregeling, omdat de overhead-kosten van de aansluiting in ge bieden met een sterk gespreide bewoning ja niet meer volledig gedekt gaan worden door datgene wat via de verfijningsregeling per aanslui ting tegemoet gezien kon worden. Dus vandaar dat we ons hebben beperkt tot die clusters, waar overigens, zoals u begrepen hebt uit de opmer kingen van de heer Huijpen, via de Moerdijksestraat en Wolvenstraat toch enige uitbreiding aan gegeven gaat worden. Ja, dat sluit niet uit dat, maar dat kan niet meer zoals u zult begrijpen voor 1 januari 1985, omdat we die andere gebieden toch eens een keer moeten bekijken, in de commissie daar ook eens een keer de financiële consequenties van bekijken en pas dan denk ik dat je de afweging kunt maken om daar wel of niet verder gevolg aan te geven. Ja, de getallen 112, 98 en 93 worden een aantal malen genoemd. Het is inderdaad juist dat in de offerte uitgaande van de drie clusters is uitgegaan van 112. Dat 93 mensen schriftelijk te kennen hebben gegeven aangesloten te willen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 31