-6-
de toezegging dat er een commissie zou komen die de gebruiksmogelijkheden
van de gebouwen zou dienen te bezien. Door de mededelingen in de pers
dat de subsidie zou verloren gaan als het Poortgebouw zou blijven be
staan, dit gebouw diende te worden afgebroken volgens een lid van het
college. Het uiterst ongunstig afschilderen van de gebruikswaarde van
het Poortgebouw, het accentueren van de bouwkundige tekorten aan dit ge
bouw. Daarnaast werd er gezinspeeld op de bezwaren die vanuit de omgeving
zouden komen. Verder werd genoemd een veel hoger kostenniveau bij hand
haven van het Poortgebouw als ontmoetingsruimte. Ook werd de opvatting
verkondigd dat het ministerie van WVC het Poortgebouw reeds eerder als
ongeschikt had afgewezen. Toen er niets meer leek te helpen werd zelfs
met aftreden gedreigd door de beide wethouders. Het is dan ook niet zo
verwonderlijk dat bij de buitenlanders de indruk kon ontstaan dat er par
tijen waren in onze gemeente die hen in een slecht gebouw wilden onder
brengen. De vertegenwoordiger van de Stichting Buitenlanders "West-Bra
bant" verklaarde zelfs dat hij het Poortgebouw niet eens kende. Toch was
hij tegen dit gebouw. Door dit gedrag van het college is de opvatting
bij de buitenlanders gegroeid dat zij zich moesten gaan verzetten tegen
de aanwijzing van het Poortgebouw als een voor hen geschikte ruimte. Het
college ontmoedigde het verzet niet, maar stimuleerde het waar mogelijk.
Uit onderzoekingen die nadien zijn uitgevoerd, kwam duidelijk naar voren
dat alle argumenten van het college onjuist waren. Het Poortgebouw was
evenzeer geschikt te maken. De subsidie ten behoeve van de woningbouw
kon evengoed worden verkregen. De kosten vielen zelfs nog lager uit dan
van de Schuur. Ook de bestemmingsplanprocedure bleek geen problemen op
te leveren. De beschikbare ruimte was toereikend, ook als rekening werd
gehouden met het gebruik door de Werkgroep Taallessen en de Internatio
nale Vrouwengroep. Bij het collegevoorstel om kredieten te voteren voor
de Schuur en het Poortgebouw heeft de C.D.A.-fractie duidelijk aangegeven
dat de buitenlanders evenals andere Oudenbossche groeperingen gebruik
zouden kunnen maken van de Schuur. Dit voorzover de voorzieningen in het
Poortgebouw ontoereikend zouden zijn. Duidelijk heeft de fractie toen
aangegeven dat het gebouw de Schuur voor uitsluitend gebruik door de
Oudenbossche buitenlanders te groot zou zijn. Gezien de omvang van de
groepen en de aktiviteiten zou de exploitatie daardoor bemoeilijkt worden.
Uit de nadien gelegde contacten met het ministerie van WVC en met de or
ganisatie van buitenlanders is de C.D.A.-fractie gebleken dat er vanuit
de integratiegedachte een oplossing voor de overcapaciteit van de Schuur
was te bereiken. In dit verband kunnen we wijzen op de brief van de minis
ter en van de heer Nassar als vertegenwoordiger van het Internationaal
Komitee. Op 10 december antwoordt de minister van WVC bevestigend op onze
vraag in een brief van 11 november dat medegebruik door andere Ouden
bossche groeperingen onder dezelfde voorwaarden als waaronder de buiten
landers de ruimte gebruiken mogelijk is. De instemming van de buitenlan
ders over het medegebruik hebben wij 12 december ontvangen. Een uiteen
zetting onzerzijds aan de VVD-raadsfractie op vrijdag 7 december over
de wijze waarop de CDA-fractie naar een oplossing zocht, heeft blijkbaar
bij genoemde fractie tot een herbezinning geleid. Het resultaat hiervan
hebben zij niet eerst kenbaar gemaakt aan hun eerdere overlegpartners.
Vanwege de haast om de krant te bereiken heeft men alle andere partijen,
waaronder ook de buitenlanders over het hoofd gezien. Desondanks zijn
wij tevreden met de instemming die andere fracties reeds ten aanzien van
het CDA-voorstel over de ontmoetingsruimte hebben betuigd.De exploitatie
mogelijkheden van de Schuur, waarvan de buitenlanders hoofdgebruiker wor
den, worden vergemakkelijkt als andere groeperingen in tijden van onder
bezetting van deze ruimte gebruik kunnen maken. Op termijn biedt het
medegebruik tevens een basis voor de integratie. De CDA-fractie heeft