-6-
tie kunt verstrekken over de gebouwen die achtereenvolgens kunnen wor
den aangepast en de financiële stand van zaken en de tijd waarin deze
gebouwen zullen worden aangepast.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, de heer Klijs die is verheugd en ik denk
dat we dat allemaal zijn. Hij zegt dat het lang geduurd heeft. Dat
is ook duidelijk. Hij stelt eigenlijk geen vraag, maar over die lange
duur wil ik wel zeggen dat het hem net als alle anderen in deze raad
duidelijk is ongetwijfeld dat daarbij door verbouwing van het gemeen
tehuis er mogelijke consequenties aan de gevelpartij dat die daarmee
debet zijn geweest dat het zolang vooruitgeschoven is. Nou ook daar
is duidelijkheid inmiddels over en dat is aanleiding om het dan nu
inderdaad in uitvoering te brengen. De heer Videier stelde een vraag
over het krediet van vorig jaar. Het feit dat er een gedeelte daarvan
is overgeboekt, dat is correct. Het is ook zo dat voor beide uitgaven
waarvoor vanavond een krediet gevraagd wordt, dat daar nog aanvullende
werkzaamheden zoals die vorig jaar in het voornemen lagen tegelijker
tijd zullen worden meegenomen. Dat betreft zowel de ingang van het
pand 45 als 47. Dus dat zal ten laste van die 7.000,die overge
boekt zijn gaan, maar er resteert ongetwijfeld nog een redelijk bedrag
daarvan en ik denk dat het goed is om in de commissie die lijst even
op te schonen. Het lijkt me hier niet de plaats om dat te doen en daar
dan een tijdsfasering tegenaan te zetten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
8. Voorstel tot het beschikbaarstellen van het benodigde krediet voor
de uitvoering van een vitaliteitsonderzoek van diverse bomen op het
voormalig terrein van het instituut St. Louis/20e wijziging van de
begroting 1984 van de dienst gemeentewerken en 74e wijziging van de
gemeentebegroting 1984
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, hoewel wij niet onmiddel
lijk hebben gezien welke problemen er nu gerezen zijn bij die partij
kunnen we ons wel voorstellen dat er zoals dat ten aanzien van meer
dere zaken geldt bij de bezittingen die we van St. Louis hebben over
genomen, dat er wat achterstallig werk inzat. Ik kan niet inzien wat
nou de onmiddellijke bedreiging is. Er werd gezegd van die bomen die
staan op de speelplaats, nou bij nader inzien dacht ik alleen de lin
den en de wilgen bij voormalige kweekschool en de linden bij de Maria-
school, maar die anderen die passen eigenlijk in een gebied waar een
ander idee over is, namelijk een arboretum, op de gedachte van kunnen
we die daar inpassen. Nu heb ik gehoord dat binnenkort met de boomkwe
kers overlegd gaat worden over de aanleg van een arboretum in het ge
bied van St. Louis en nou zou ik willen voorstellen om de uitkomsten
van dit onderzoek in dat overleg in te brengen opdat het mogelijk is
om bij, want het is natuurlijk maar een klein gedeelte van de last
die ons te wachten staat. Als we de aanwijzingen die uit het onderzoek
komen uitvoeren, dan zal dat een veelvoud zijn van wat hier voorgesteld
wordt als dat door de betreffende onderhoudsdienst van de Heidemij
zou moeten worden uitgevoerd. Ik denk dat het goed is om aan de hand
van het rapport wat er dan komt te kijken met de boomkwekers hoe kun
nen we nou een oplossing voor deze zaak vinden.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, de vraag welke bedreigingen de verschillende
boomgroepen die in de offerte betrokken zijn boven het hoofd hangen,
dat zal het onderzoek moeten uitwijzen. Dat is moeilijk om dat vooraf
te beantwoorden. Wel is er voldoende veronderstelling bij de dienst
en dat was ook bij de commissieleden die tijdens hun fietstocht het
gebied daarvoor hebben bekeken en daarover voorgelicht zijn, was het