-27- 10. Voorstel tot het vaststellen van een "Verordening op de inspraak gemeente Oudenbosch 1984" De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, ik heb de commissievergadering ge mist. Daarom mijn opmerking over deze verordening hier. In grote lijnen zijn wij het er mee eens, voorzitter. Wij zijn ook blij dat die verorde ning er komt. Voor zover ik me kan herinneren is dat al een vergrijsde wens van mijn fractie om eens tot een standaardverordening op het gebied van die inspraak in Oudenbosch te komen. Artikel 7, voorzitter, dat re gelt de rapportage. In de toelichting daarbij staat dat het uitdrukkelijk aanbeveling verdient om de insprekers de mogelijkheid te geven van het eindverslag kennis te nemen. Wij vragen ons af waarom artikel 7 niet aanvullend in die zin is geredigeerd. Dan verwijs ik, voorzitter, naar een andere inspraakverordening die wij hebben. Dat is de procedurever ordening ten aanzien van de welzijnsplanning. Die heeft in die eindfase nog een aspect meer. Er wordt een verslag gemaakt van de inspraak. Het verslag wordt ter kennis gebracht van degenen die aanwezig zijn geweest van de insprekers en die hebben dan nog een X-aantal dagen de tijd om op het verslag te reageren, want het zou best ook kunnen voorzitter dat de rapportage niet helemaal weergeeft wat de insprekers bedoeld hebben. Ik zou dat toch wel graag ingebouwd willen zien. Mogelijk in artikel 8, maar dat laat ik altijd graag aan het college over om daarvoor de juiste plaats en de juiste tekst op tafel te brengen. De heer KLIJS: Een korte vraag voorzitter. Ik zou graag willen weten wanneer deze verordening in werking treedt, omdat ik van mening ben dat er binnenkort een projekt kan komen waar het bijzonder van belang voor zou kunnen zijn. De VOORZITTER: De eerste vraag van de heer Den Braber die kan ik op dit moment niet meer zo precies traceren, maar wij hebben de opmerkingen van uit de commissie allemaal verwerkt. Ik heb het vanmiddag persoonlijk geverifieerd. Ze zijn allemaal vertaald in formuleringen waarmee tege moetgekomen is aan de vragen. Het was met name de vraag van mijnheer Wijnen met betrekking tot die rapportage en hij zal zelf ook hebben vastgesteld dat de huidige tekst is conform de toezegging. Met betrek king tot het verslag. Als dat verslag onjuist is dan kan dat leiden tot een klacht en in artikel 8, sub 3 is geregeld een klacht gericht tegen de uitvoering van de inspraakprocedure en daarop moet dan B. en W. be slissen en moet kennis gegeven worden aan de raad. Dus als zodanig is er in voorzien. Met betrekking tot mijnheer Klijs. De verordening treedt volgens artikel 10 in werking met ingang van 1 december aan staande. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, ten aanzien van dat verslag en die klacht daarover. Akkoord, het is inderdaad best onder te brengen onder lid 3 van artikel 8, maar dan zou ik toch het college willen verzoeken daar waar zij ingevolge artikel 5, van geval tot geval een inspraakpro cedure vaststellen, dat zij daarin duidelijk voor de insprekers opnemen het recht om op het verslag te reageren. Dat is met name bij de welzijns planning wordt dat aan de mensen die daaraan deelnemen duidelijk over gebracht en dat leidt ook altijd tot reacties. De VOORZITTER: Ik wil uw suggestie in ieder geval graag meenemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 11. Voorstel tot het geven van straatnamen aan de wegen in het bestem mingsplan Albano, lob B—zuid De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het is u bekend waarschijn-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 151