-23-
veren en bekendheid bij de mensen met de mogelijkheid van kwijtschelding
is erg klein.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, u doet de suggestie het voorstel maar
van mij achterwege te laten om reden dat we net bij agendapunt 8.2
14.000,hebben weggegeven. Dat spreekt me in het geheel niet aan.
Dat zou betekenen dat indien de hondenbelasting niet was verhoogd, had
den we dan het voorstel onder 8.2 niet gedaan Wel toch. Uiteindelijk
wij waren er kamerbreed van overtuigd dat er een knelpunt zat in de toe
rekening van de rioolretributie en ongeacht het dekkingsplan op onder
delen waren wij van mening dat het moest worden doorgevoerd. Welnu, als
ik dan nu in een tijd waarin we allemaal vinden dat de lasten die we
de burger opleggen gematigd moeten worden er door een besluit 16.000,=
meer inkomsten komen, dan vind ik er alle reden toe om ergens anders
en temeer bij die sluitpost dat op die manier te verrekenen en daar in
gelijke mate de tarieven te verlagen. Ik zou mijn voorstel nog beslist
willen handhaven.
De VOORZITTER: Ja, met betrekking tot dat voorstel wil ik u er
Sorry, wou mijnheer Wijnen toch nog iets aanvullends zeggen op wat hij
eerder al zei
De heer WIJNEN: Nee, ik wou reageren op de heer Rennings. Eigenlijk
heeft de heer Den Braber ook gezegd van nou, de belasting wordt verhoogd
maar ik dacht dat we daar argumenten voor aangevoerd hadden uit het oog
punt van kosten. Dat is weliswaar geen retributie die hondenbelasting,
maar in feite voeren wij de hondenbelasting op om bepaalde kosten die
onze gemeente moet maken om het houden van beesten in goede banen te
leiden om daar wat aan te doen.
De heer DEN BRABER: Mijnheer Wijnen, nieuwe voorschriften voor de begro
ting, daar staat de hondenbelasting met de algemene dekkingsmiddelen
in hoofdstuk 9, kijkt u maar en de uitgaven voor honden die staan
functioneel helemaal niet in verband met elkaar, maar ja, dat heeft hier
al eerder in de raad gespeeld, voorzitter.
De heer WIJNEN: Dat is voor ons reden
De heer DEN BRABER: Dat is een drogredenering. Het klopt helemaal niet.
De VOORZITTER: Nee, we herhalen niet de discussie over de hondenbelas
ting heren. Overigens dank mijnheer Den Braber voor het feit dat u in
mijn plaats antwoordde want het is inderdaad zo, maar het is bekend.
Desondanks kun je er nog redenen voor hebben en die wilde de heer Wijnen
nog even onder uw aandacht brengen. Mijnheer Rennings als we met ronde
bedragen werken dan zou een verhoging ten opzichte van het voorstel
betekenen dat we met 0,05 omhoog gaan. In dat geval verlagen we de
opbrengst van de onroerend goedbelasting met 19.000,dus met
3.000,meer dan de extra opbrengst waartoe we zoeven hebben beslo
ten. Met 0,04 dan is dat een wat moeilijk werkbaar bedrag, zij het
dat het voor de eigenaren vanuit het oude bedrag wel mogelijk moet zijn
en dan komen we op 3,45, maar dat betekent dat we materieel ten op
zichte van het voorstel tot 0,05 verhogen. Bij de gebruikers zouden
we op 2,12 komen. Bij de afrondingsregeltjes zouden we dan weer omlaag
moeten. Kortom uitvoeringsproblemen te over en de opbrengst is die
16.000,Per persoon kunt u ongeveer uitrekenen wat het betekent.
Het is 0,04 per 3.000 inwoners. Ik zou u toch in overweging willen
geven per, oh sorry per 3.000,waarde. Ik zou u toch in overweging
willen geven om zeker in het licht van de conclusies die er nog komen.
Oh, wacht, ik telde op en ik moest aftrekken. Ja, zeker in het licht
van de conclusies die er nog komen met betrekking tot de meerjarenbegro-