-22- tingen, het is inderdaad 183£% van de collectiviteit. Ik weet niet zo hoeveel mensen en bedrijven het betekent dat ze meer danwel minder dan 3% krijgen, maar het is natuurlijk inherent aan het systeem van her taxaties dat er verschuivingen zijn. Ik denk dat we er niet aan ontkomen en het betekent toch dat waar dat substantieel onderdeel is van het ge meentelijk inkomen dat we er niet uit zullen kunnen komen om dat voor lief te nemen. Een langere periode dan we nu hebben tussen de hertaxa ties is niet toegestaan, dus we zullen het iedere 5 jaar moeten blijven doen. Met betrekking tot mijnheer Den Braber. Hij heeft in de commissie algemene en bestuurlijke zaken inderdaad melding gemaakt van dat ver schil in taxatie. Dat was juist naar aanleiding van de brief die er toen net uit was en waarin aan inwoners van de gemeente was medegedeeld wat het nieuw getaxeerde bedrag was. Wij hebben door het foutje wat er ondertussen in de aanslag over '84 was geslopen door de opdruk bij de rijksbelastingdienst van de tekst dat het was gebaseerd op het per 1 januari '84 getaxeerde bedrag wat niet waar was, door dat foutje wat we moesten corrigeren, hebben we gemeend er verstandig aan te doen om in de voorlichting nog niet in te gaan op uw suggestie, maar u hebt wel gezien, we hadden het besluit er bij gelegd, dat we besloten hebben om uw suggestie over te nemen en via de voorlichting er zorg voor te dra gen dat dat onder de aandacht van de mensen wordt gebracht. Dus er zal aan worden gewerkt. Met betrekking tot het afschrijvingsbeleid moet ik u zeggen dat ik uw vraag op dit moment niet kan beantwoorden. Het past ook wellicht wat minder in het agendapunt, maar het is in ieder geval een waarschuwing voor het feit dat u de vraag zult herhalen bij de be grotingsbehandeling en dan zult u erop kunnen rekenen dat u wel een ant woord krijgt. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het is natuurlijk zo dat het inherent is aan het schattingssysteem, alleen mijn vraag had betrek king op hoeveel mensen gaan er nu veel meer op achteruit. De VOORZITTER: Sorry, wat ik u niet toezegde, maar wat ik zeker zal pro beren om dat op zo kort mogelijke termijn duidelijk te laten worden is hoeveel mensen gaan er op achteruit en dat zal ik dan proberen om in verschillende percentages aangeduid te krijgen. Dan hoop ik dat u dat nog voor de begrotingsbehandeling ontvangt. De heer WIJNEN: Ten aanzien van de vraag van de heer Den Braber zou ik willen opmerken dat de inspanningen die de gemeente in de afgelopen tijd gedaan heeft en daar waren we ook niet zo bijster verdeeld over de pro bleemgebieden en ik zou dat toch wel in overweging willen geven om in het vervolg daar beter op te letten en niet het grote prestigieuze ka rakter van bepaalde projecten als uitgangspunt te blijven nemen wanneer hij aansluit op de praktische problemen die zich in de wijk voordoen. De heer DEN BRABER: De projecten waar mijnheer Wijnen op doelt die zijn rechtstreeks voortgevloeit, voorzitter, uit de afspraken die in de zomer van '82 gemaakt zijn voor deze periode en daar staat ook de handtekening onder, van de voorganger weliswaar van de heer Wijnen, maar in ieder geval van de kortstondige fractievoorzitter van het C.D.A. Ja, nog een opmerking had ik voorzitter, over het afschrijvingsbeleid. Akkoord dat u er nog eens op terug komt. Waar ik wel voor zou willen pleiten nog is dat bij verzending van de nieuwe aanslagen voor welke belasting dan ook duidelijk gewezen wordt op de mogelijkheid om kwijtschelding aan te vragen, voorzitter. Ik dacht dat het de gemeente Opsterland was die daar dat op zijn aanslagformulier dat erg duidelijk formuleerde. We moe ten voorzichtig zijn van de minister van binnenlandse zaken met voor lichting op dat gebied, maar enige ruimte is er toch wel om dat te akti-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 146