-19- de bedragen van 5,50 en 5,75 te vervangen door 5,80. Kunt u zich verder met het voorstel verenigen De heer HUIJPEN: Voorzitter, een vraag naar aanleiding van het voorstel. Zou het mogelijk zijn in de legesverordening in te bouwen dat alvorens externe deskundigen worden geraadpleegd overleg wordt gevoerd met de desbetreffende aanvrager of bedrijf En dan de argumenten daarvoor zijn: Mocht de know-how in huis zijn bij eigen bedrijf, dan kunnen de kosten deels of misschien wel helemaal, van die externe deskundige worden be spaard. De VOORZITTER: Ik stel u voor om dat in ieder geval niet vandaag in de besluitvorming mee te nemen. Ik denk dat dat nogal wat ver gaat. Wat we wel kunnen doen is het overwegen, maar ik wil u er wel op wijzen dat we natuurlijk wel de eigen verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur ten opzichte van alle anderen dan die aanvrager heel nadrukkelijk in de gaten moeten houden. Maar ik wil uw suggestie wel eens in het college bespreekbaar maken. Dan komen we daar in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening op terug naar aanleiding van de discussie in Ben W Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Voorstel tot vaststelling van nieuwe tarieven voor de onroerend goed- belastingen per 1 januari 1985/2e wijziging gemeentebegroting 1985 De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, aanvankelijk kon ik me volledig in het voorstel vinden. Bij de juist genomen besluiten is de hondenbelas ting verhoogd tot 35,per hond. Daar zijn wij niet voor. Dat is ge bleken. Maar nu het dan toch een feit is vinden we toch dat we eens serieus moeten overwegen om in gelijke mate de onroerend goedbelasting te verlagen. Het is een serieuze zaak om de tarieven van de belastin gen niet meer dan trendmatig te verhogen. Als we dat op een belasting dan toch vrij extreem doen en dat is nogal wat, het is 60% wat we er op doen, dan vindt onze fractie dat dat toch wel strijdig is met een zo matig mogelijke belastingpolitiek en wil inderdaad om die reden dus voorstellen naar verhouding de voorgestelde tarieven van 3,40 en 2,10 te verlagen en als ik het goed heb komt dat uit op een cent of 4 a 5. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, al jaren worstelen we met de vraag of we in Nederland de burgers nog verder kunnen belasten en dat houdt dan verband met de stijgende overheidsuitgaven en ook in onze gemeente zitten we daar al enkele jaren mee dat we iedere keer met het probleem zitten van nou kan er eigenlijk nog wel verder belast worden, want het is eigenlijk toch wel schrijnend dat we nu allerwege meemaken dat mensen lagere inkomens krijgen en dat dan de gemeente zoals we net geconstateerd hebben er 3% bij doet en ook de belastingen met en dat is dan een belangrijk element van de verzwaring van de kosten van le vensonderhoud die de overheid oplegt. Nou dan kun je je afvragen van moeten we nou zo er tegenover gaan staan. Tenslotte is het zo dat vorig jaar hadden we ook 3% uitgerekend en toen zijn we naar 2% gezakt en dat scheelt toch, ja je kunt wel zeggen van het scheelt niet zoveel. 3% is iets in de orde van grootte van 3,per inwoner en dat is voor som mige mensen toch een aanmerkelijk bedrag. Zeker nu ze minder krijgen en nu ze ook van de andere kant met tarieven en dergelijke toch te maken krijgen die wat hoger zijn en waar ze dan een bestedingsvrije ruimte beperkt zien worden. Gelukkig zitten wij in Oudenbosch op een situatie dat we niet zo'n hoge bijdrage vragen van onze burgers. Dat is nogal

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 143