-15- zijn om de zaak te verdelen. Dan wordt er gezegd de perceptiekosten en dan wordt het argument van het kost zoveel uitdraai en het kost zoveel computeruren en dat soort zaken. Nou heb ik pas vernomen dat het college ambitieuze gedachten heeft om een nieuwe computer aan te schaffen. Wat dat betreft die naar ik verwacht een veelvoud van mogelijkheden die men nu heeft, dus wat dat aangaat geloof ik niet dat we daarop vast zullen lopen. De belasting die moet toch op een of andere manier betaald gaan worden. De inkomsten die de gemeente nodig heeft van zijn onderdanen, zijn inwoners, die zal er op een of andere manier moeten komen en hoe haal je bij de ene minder dan zul je bij de ander bij moeten passen. Dat heeft toch wel ingrijpende consequenties, want zoals de heer Den Braber toch al zei bij de ene daalt het bedrag wat op tafel komt in zijn totaliteit en bij de ander moet het dan weer maar gehaald worden. Nou ik denk dat het tot gevolg heeft dat de categorie van bedrijven middels de onroerend goedbelasting en mensen die een zakenpand hebben, dat die door deze verschuiving aanmerkelijk anders in het belastingstelsel zul len worden meegenomen en dat was onze reden om daar niet mee akkoord te gaan. De systematiek van de huurberekening die de woningstichting toepast en waar dus in de bedragen een bepaalde ruimte is opgenomen voor de onroerend goedbelasting. Ik denk dat dat een zaak is tussen de be treffende huurders en verhuurders die daar in overleg kunnen treden voor zover die mogelijkheden daarin geboden zijn. Ik denk dat dat niet gebruikt moet worden als argument naar Oudenbosch en andere plaatsen een ander stelsel in te voeren, want daar komt het dan wel op neer. Voor de rest heb ik eigenlijk geen aanleiding meer. De heer DEN BRABER: Voorzitter, mag ik de heer Wijnen nog een vraag stellen als zijn termijn af is U zegt dat rioolrecht moet op een of andere manier toch binnenkomen. Is voor u bespreekbaar om de rioolrech ten dan niet meer te innen van de gebruikers van het riool maar van de eigenaren daarvan. Dus de eigenaar van het pand waarop het riool bij hoort Kijk ik zeg dit, ik heb net het verhaal verteld van die huurder betaalt: eigenlijk te veel belasting omdat je via de huur en daar kan hij niet onderuit, dat kan hij niet zelf regelen, want dat is een be schikking van de minister, daar staat het zo in geregeld, dat is een wettelijk voorschrift. Die 0,27% van de stichtingskosten is voor derving van belasting. Hij betaalt dus te veel huur, te veel 0GB via zijn huur. Is het dan niet bespreekbaar om dat te vele voor een deel, want het gaat lang niet om het hele bedrag, voor een deel afgenomen door het riool recht niet te innen van de gebruikers maar van de eigenaren. De VOORZITTER: Mag ik u even onderbreken, want voordat we een prachtige theoretische discussie opbouwen die nergens toe leidt. We moeten ons wel blijven realiseren dat het hier gaat om een retributie. Een retribu tie heb je van degene die ergens gebruik van maakt. Het gebruik bij de riolering wordt gemaakt door de gebruiker. De heer DEN BRABER: Er zijn tientallen gemeenten in Nederland waar het rioolrecht geheven wordt van de eigenaar van het pand. De VOORZITTER: Ik zou dat op uw gezag moeten aannemen. Ik hoor de andere suggestie dat het dan geen retributie maar belasting is. In dat geval kan dat. De heer DEN BRABER: Ja, dat was mijn vraag aan de heer Wijnen om het dus van de ene categorie naar de andere te doen. De heer WIJNEN: Ja, ik kan dat zo niet overzien wat de consequenties daarvan zijn. Anderzijds is het denkbaar dat degenen die daar partij in deze zaak is en ik denk dat dat de woningstichting en de huurders

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 139