-32-
De VOORZITTER: Nee, dat is niet waar, maar daar zal het college van B.
en W. zich over beraden en dan krijgt u er nog een reactie op.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, ik dacht dat het een goed gebruik was
binnen zonder kloppen, maar tegenwoordig is het bij het gemeentehuis
zo dat men wil men het openbaar vergaderen bijwonen van een commissie
dat men aan moet gaan bellen vanaf een gegeven tijd. Het is zo dat je
voor een gesloten deur staat en dat je dus eerst aan moet bellen voordat
je binnen mag komen. Ik denk dat dit toch een bepaalde drempel legt en
dat dit geen recht doet aan de vrije toegankelijkheid van vergaderingen
en ik wil toch het college verzoeken een oplossing te zoeken dat de ver
gaderingen vrij toegankelijk zijn.
De VOORZITTER: Mijnheer Van Hoek, die vraag hebben we zoals u zult begrij
pen ook in B. en W. aan de orde gehad. Die toegankelijkheid is er voor
eenieder. Er is geen belemmering om aan de vergadering deel te nemen.
De ene keer als er geen slot op de deur zit dan moet je de deur opendoen
en nu moet je bellen en dan doen wij de deur open, maar dat is de enige
mogelijkheid om in dit huis de verantwoordelijkheid te dragen voor wat
er allemaal is. Hier is dure apparatuur. Hier zijn kostbare zaken. Hier
zijn eenmalige archieven en daar moeten we zuinig op zijn, daar moeten
uiterst voorzichtig mee zijn. Je kunt ook iemand bij de deur neerzetten.
Voor die methode hebben we niet gekozen. We hebben dat overwogen. Ik denk
dat er voorshands alle reden is om het met de methode die we op dit mo
ment gebruiken te proberen. Ik heb er tot nu toe van mensen die gebeld
hebben nog nooit een klacht over gehoord.
De heer VAN HOEK: Maar ik denk dat die mensen
De VOORZITTER: Ik moet u erop wijzen dat we bezig zijn met de rondvraag
en niet aan een discussie.
De heer VAN HOEK: Maar ik ben het er niet mee eens voorzitter.
De VOORZITTER: Dat had ik al begrepen.
20Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed.
i de openbare vergadering van 15 november 1984.