-15-
meenheid kunnen we stellen dat onze standpunten duidelijk zijn en vast
besloten, maar ten aanzien van het voorliggende agendapunt wat ook in
de vorige raadsvergadering aan de orde is geweest daar heeft onze fractie
zich nader over beraden en nader over laten informeren. Aanleiding daar
toe is geweest het contact dat we gehad hebben met de woningbouwstichting
St. Bernardus. Alsook hebben we het Komplan nog eens nader bestudeerd
en we zijn tot de conclusie gekomen dat het niet bouwen van een bouwplan
aan de Marktstraat de volkshuisvesting binnen onze gemeente niet ten
goede komt. Bovendien en ik denk dat dat bekend is, zien wij als VVD-
fractie niet graag dat de overheidsgelden worden verkwist. Met andere
woorden: de plankosten van 15.000,zouden bij niet doorgaan van
het plan volledig zijn uitgegeven om niet. Onze fractie is ervan over
tuigd nu mee te werken aan 4 woningen voor alleenstaanden welke tegen
een redelijke huur in de toekomst huisvesting kunnen bieden. Het vorig
preadvies vonden wij in principe wat karig. Beter zou het geweest zijn
dat we over wat meer achtergrondinformatie hadden beschikt, met name met
betrekking tot de verhuurbaarheid, de huurprijs en de kosten die er ge
maakt zijn. Wij vinden het een goede zaak dat we na onze heroverweging
op deze manier voor onze gemeente geen sociale woningbouw verloren laten
gaan. Ten aanzien van de situering stellen we voor in de commissie van
openbare werken van 31 oktober met eventueel gewijzigde voorstellen te
komen. Volgens onze inschatting moet het wijzigen van de situering tijdens
de procedure mogelijk zijn.
De heer WIJNEN: Ja, voorzitter, ik vind het een vreemde gang van zaken
dat we nou een tweede keer een dergelijk preadvies voorgeschoteld krijgen.
Dat is toch wel hoogst ongebruikelijk in deze raad, zo twee raadsvergade
ringen achter elkaar en dan moet ik er toch duidelijk aan toevoegen dat
in de vorige vergadering de wethouder, ja, die heeft een mooi verhaal
afgestoken, die heeft gezegd van we zitten met de rug tegen de muur. 31
oktober moet alles in Den Bosch zijn, dat is een fatale datum. We moeten
voor die termijn de zaken rond hebben en ja, dan zit je zodanig klem dat
je alleen maar met een ladenplan kunt werken. Daar heeft onze vertegen
woordiger de heer Klijs in de toenmalige vergadering heel duidelijk opge
merkt dat hij niet gecharmeerd was van het plan en ook de wethouder die
heeft dan gezegd van ja, maar we kunnen niet anders, het is eigenlijk
een plan wat geen andere tijd, of door de tijdsomstandigheden geen andere
invulling mogelijk liet, maar in Bosschenhoofd daar wonen de mensen er
aardig goed in. Als ik nou eens terug kijk dan steekt het toch helemaal
niet zo krap met die tijd, want toen zij u het moet voor 1 oktober en
anders kan het niet meer. Nu zijn we 35 dagen later en het plan komt weer
even rustig terug. Dus dan vraag ik me af wat is er nu waarheid geweest
van de opmerking dat het voor 1 oktober moest. Dan heb ik nog een opmer
king en als u dan het verslag nog eens een keer naleest dan heb ik toch
de indruk en de heer Huijpen komt daar nu ook nog een keertje mee van
ja, we kunnen nog wel een andere oplossing bedenken, dat de wethouder
die heeft daar vorige keer ook gewag van gemaakt van och, het komt eigen
lijk zo nauw niet zei hij toen, want we kunnen een plan indienen en ja,
dan breng je dat op deze tekening uit en we proberen dat wat te draaien
na afloop. In Den Bosch bekijken ze dat dan wel en als dat niet lukt nou
dat zal dan mijn conclusie zijn, dan heeft Den Bosch tegengewerkt hè,
dan lukte het niet. De raad die kan mooi zijn instemming betuigen op dat
moment met het plan wat toch niet, waarvan geen zekerheid was dat het uit
gevoerd werd. Terecht heeft de voorzitter op dat moment er een stokje
voor gestoken, maar het heeft onze verontrusting toch wel opgeleverd van
wat besluiten we nou eigenlijk hier, over wat voor soort zaken zitten
we nou eigenlijk hier zaken te doen en dat betreft nou op de eerste