-Ik-
Ret doet verder mijn collega-commissieleden te kort. Die vinden dat de zaak
wel op een serieuze wijze behandeld wordt. De gegevens waar de heer Wijnen
om vraagt, ik heb de vorige keer ook op zijn vraag in de commissie gereageerd,
en gezegd dat er enig uitstel was. Ik kan hem toezeggen dat inmiddels die gegevens
er zijn en voor de commissie van 25 april ook beschikbaar zullen zijn. De
term overloop of overstortgebied, de laatste term vind ik wat minder plezierig
klinken, het woord overloop wat de heer Wijnen gebruikt is inderdaad gebruikelijker
in termen van ruimtelijke ordening, ja, als de heer Wijnen daar als synoniem
het woord reservaat op tafel legt, dan vind ik dat hij bezig is een karikatuur
te schilderen. Hij weet net zo goed als ik dat er door deze raad is uitge
sproken dat het accent de komende jaren zou liggen op de binnenstadsvernieuwing
en dat afwegende de contingenten die we zullen krijgen dat we zeer getempo
riseerd in lob B van Albano zullen bouwen en steeds kleine delen tot ont
wikkeling zullen brengen. Nou in die zin moet het woord overloop er staan.
Dat er in het voorstel over de signaallevering, wat zojuist gepasseerd is,
dat daar sprake is van lob A en in het verlengde daarvan ook over lob B
wordt gesproken, heeft niets geheimzinnigs in zich. Ook al zou er niet over
lob B worden gesproken,dan zou het wel geheimzinnig zijn, dus vandaar dat we
dat niet hebben gedaan, dan nog zou datzelfde voorstel gedaan zijn, omdat
door de verdichting van lob A op zich die definitieve voorziening, dus het
omzetten van de noodvoorziening in een definitieve voorziening, noodzakelijk
is en het lijkt me een kwestie van goed bestuur om daarbij dan onmiddellijk
vooruit te kijken en de voorziening van dien aard te doen zijn dat niet
later tegen meerkosten een aanvullende voorziening moet worden getroffen.
Dat er contacten zijn met beleggers, dat is juist. Het zou uiterst onver
standig zijn om niet te zeggen onverantwoord als die er niet waren. U weet
dat we hebben toegewezen gekregen woningen in de premiehuur-sector. Wij
hebben daar om een bestaand plan te realiseren elders in de gemeente gedaan
weten te krijgen dat de beleggerssfeer voor een deel zal worden omgezet
in de non-profitsfeer om het plan aan de Zouavenlaan door te kunnen laten
gaan. Dat is gelukt. Dat betekent dat het restant-premiehuurwoningen uit te
voeren in de beleggerssfeer ja, als we daar nu nog aan zouden moeten beginnen
dan kunnen we los van de vraag welke procedure gevolgd zou moeten worden
kunnen we ook het realiseren in '8*f vergeten. Dus het lijkt mij eigenlijk
geen punt van kritiek, integendeel zou ik haast zeggen. Het zou mij gepast
lijken als er waardering zou zijn voor het feit dat de voorbereidende werk
zaamheden op dat gebied reeds in een vergevorderd stadium zijn. Over de
JOO woningen die u noemde heb ik al gereageerd, doordat de raad zich ook al
over het verdichtingspercentage voor lob B heeft uitgesproken. De heer
Huijpen die constateert naar de letter moet ik zeggen, om de wet op de ruimte
lijke ordening terecht dat het gebruikmaken van de verklaring van geen be
zwaar bedoeld is als een uitzondering op de regel, maar dat het regel is
geworden. Nou, niet dat dat op zich een argument is om daar zoveel mogelijk
naar te streven, maar daarin staan we als Oudenbosch niet alleen. Elke ge
meente kampt al jaren met dat probleem en het is er door de wijziging, de
tussentijdse bijstelling van bestemmingsplannen via verdichting en dergelijke,
is het gewoon niet anders dan dat op deze wijze de voortgang van de woning
bouw gewaarborgd blijft. Dat wil niet zeggen dat we met grote voortvarend
heid moeten proberen om zo snel mogelijk ook de gewenste procedure af te
ronden, maar als dat of als daarin alles mee zou zitten dan zou in de raad
van waarschijnlijk augustus '85, zouden we het plan kunnen vaststellen.
Dat is de procedure die daarmee gemoeid is. Ik wil die procedure best, de
inschatting daarvan, voor de commissie van 25 april ter inzage leggen, dan
kan iedereen daarvan ook nog eens kennis nemen. Dan moet er geen bijzondere
kink in de kabel komen. Dat is de inschatting die wij daarvan gemaakt hebben.
Dus uw uitspraak dat het niet langer acceptabel is, die berust uitsluitend
denk ik op de letter van de wet en zeker niet op de praktijk zoals die zich
niet hier in de gemeente, maar eigenlijk in de provincie zich heeft ontwikkeld.