-5- De heer RENNINGS: Voorzitter, eens met de eerder gemaakte opmerkingen over de precedentwerkingen.Veilig Albano is zeker niet de eerste groep die zich bezig houdt met dergelijke aktiviteiten. Ik kan me zelfs een siutatie herinneren dat een wijkvereniging op nadrukkelijk verzoek van het gemeentebestuur eens een keer een onderzoek heeft ingesteld. Ik neem niet weg alle waardering voor het werk wat de mensen gedaan hebben en hopenlijk blijven doen. Een wijkvereniging is een onderdeel van de samenlevingsopbouw. Deze aktiviteit van de werkgroep apart subsidiëren is naar onze overtuiging een premie zetten op een beleid bij wijkvere- nigingen alleen ontspannende aktiviteiten te doen en wij achten dat een verkeerde ontwikkeling. Nog twee opmerkingen over het subsidieverzoek zelf. Het komt voor dat daar nogal wat uitgaven in staan die we ook bij aktiviteiten van de wijkverenigingen niet zouden subsidiëren en tenslotte indien de aktiviteiten in het kader van de wijkvereniging hadden plaatsgevonden dan zouden sommige uitgaven via de subsidie aan de wijkvereniging voor subsidie in aanmerking komen. Dus afwijzen van dit subsidieverzoek, wat het standpunt van onze fractie is, dat hoeft niet in te houden dat naar de norm van de wijkvereniging, als het een aktiviteit van de wijkvereniging zou zijn, niet een deel, maar dat is dan een heel ander subsidiebedrag, subsidiabel zou zijn. De heer DEN BRABER: Voorzitter, al het gras is al lang voor mijn voeten weggemaaid door de vorige sprekers. Ook wij hebben ernstige bedenkingen tegen dit voorstel. Mevrouw De Raad heeft geduid op de precedentwerking en op het feit dat dit toch bij uitstek het werk zou moeten zijn van de wijkvereniging zelf, al dan niet een werkgroep uit die wijkvereniging. Als het laatste het geval zou zijn en daar is mijnheer Rennings mee ge ëindigd dan zou de subsidieverordening er wel op losgelaten kunnen worden en dat is het maximum wat wij zouden willen doen in dit geval. De VOORZITTER: Heeft de wethouder nog behoefte aan een reactie op dit eenstemmige optreden? De heer VAN OQSTERHOUT: Ik heb de raad voor de eerste keer zo eenstemmig gehoord denk ik. De VOORZITTER: Waarmee het voorstel is verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel verworpen. 9.1. Voorstel tot vaststelling van de wijze van subsidiëring van akti viteiten van Turkse en Marokkaanse inwoners van Oudenbosch in 19^/ 30e wijziging gemeentebegroting 198^. De heer HUIJPEN: In principe akkoord voorzitter. Ik heb een vraag en een opmerking. Is het nu zo als we per 1 januari 1985, dan wordt dus de wijziging van de subsidie als ik het goed begrepen heb, van WVC recht streeks naar de gemeente gedeponeerd. Kan dat nu consequenties hebben als we nu per 1 januari 1985 het ontmoetingscentrum voor de buitenlanders nog niet hebben gerealiseerd Dan vooral dus met betrekking tot de subsidie. En de opmerking die ik er aan toe zou willen voegen is dat we dus als WD-fractie voor voortvarendheid zijn en verder willen gaan dan alleen maar praten over dat ontmoetingscentrum. We hebben in de vorige raadsvergadering ook al in die richting daarover gesproken en wij zijn van mening dat het ontmoetingscentrum op zo kort mogelijke termijn tot stand moet komen. De VOORZITTER: Luister eens mijnheer Huijpen. U mag dat gerust zeggen maar ik denk dat het dan beter in een vraag gegoten kan worden in de vorm van de rondvraag, want het hoort natuurlijk niet bij dit agendapunt. De eerste vraag wel, die hoort er wel bij. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, ik kan er heel kort over zijn. Die rijks regeling welzijn minderheden staat in geen enkele relatie tot het realiseren van het ontmoetingscentrum. Dat is een op zichzelf staande zaak.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 65