de bedrijven die er nu gevestigd zijn, ik was er niet van op de hoogte dat het medeverrekend was in de grondprijs, zijn er aan de aanleg van deze rio lering nog kosten verbonden? Want voor lozing op het oppervlaktewater heb ben de huidige gevestigde bedrijven al diverse investeringen gedaan. Het antwoord van de voorzitter geldt voor bedrijfsvestiging in de toekomst. De bedrijven die er nu gevestigd zijn die hebben dus op dat terrein toch wel de nodige investeringen gedaan. De VOORZITTER: Maar die lopen ook regelmatig aan tegen verzwaring van de eisen. Dat betekent natuurlijk toch een stuk onzekerheid over hoe in de toekomst de beheerder van het oppervlaktewater zich zal opstellen met be trekking tot de procédé's die er op de industrieterreinen plaatsvinden. Dat geeft een stuk onzekerheid omdat niet bekend is met wat voor moeilij ke oplossingen men in de toekomst nog eens kan komen. We ervaren toch allemaal dat de vooruitgang van de techniek door allerlei mensen die deel belangen moeten behartigen nogal klakkeloos worden nagestreefd. We heb ben zoeven gesproken over de geluidsvoorzieningen. Nou dat is de milieu inspecteur die ons dat persé afdwingt en die er dwars voor gaat liggen en daarmee procedures geweldig ophoudt, nou, zo gaat het ook met degene die het oppervlaktewater beheert en dat is uiterst honorabel maar het betekent natuurlijk toch een geweldig stuk onzekerheid want wat er nu nog aanvaard baar is, is misschien met grote investeringen toch wel weer wat terug te brengen naar een wat lager niveau. Als je dat als dreiging voor ogen hebt dan is het begrijpelijk dat bedrijven van die onzekerheid af zouden willen. Met betrekking tot de kosten. Het aansluiten op de riolering zal kosten met zich brengen maar die zijn geregeld, dat zijn de normale aansluitkos ten, plus de kosten op het eigen bedrijf, voor zover die er zijn. Maar dat is op de normale condities zoals die algemeen gelden. De heer VAN EUKEREN: Misschien ter aanvulling. Het is zoals ik in de eer ste termijn al zei, zo dat met name de bedrijven die gevestigd zijn in de tweede fase er simpelweg voor betaald hebben, dat is terug te vinden ook in het grondbedrijf. De vraag in hoeverre bedrijven die zich gevestigd hebben in de eerste fase hier in feite al aan hebben bijgedragen. Dat is nauwelijks te achterhalen want dat is van voor de tijd van het bestaan van het grondbedrijf en dat zou een kwestie zijn van in de archieven van de algemene dienst spitten, in hoeverre daar een positief danwel een negatief saldo geweest zou zijn met betrekking tot die eerste fase. Maar in ieder geval in de tweede fase heeft het gewoon heel nadrukkelijk van het pakket zoals ik in de eerste termijn heb gezegd, deel uit gemaakt. De VOORZITTER: Maar als de voorziening er is dan geldt dat op de normale condities ook die bedrijven de aansluiting kunnen vragen hooguit kunt u als raad zeggen we stellen een baatbelasting in. Dat moeten we dan nog maar eens overwegen maar ik kan me moeilijk voor stellen hoe we dat gaan doen. Kan de wethouder nog reageren op de opmerking van de heer Wijnen over het idee wat de vroegere directeur gemeentewerken ooit heeft ingebracht. Ik kan het niet. De heer VAN EIJKEREN: Ik ook niet. Ik ken het idee niet, het is ook van ver voor mijn tijd neem ik aan. De VOORZITTER: Aan te nemen is dat daar waar voorzieningen zijn waar gebruik van gemaakt kan worden, dat daarvan gebruik gemaakt is. Kijk, nieuw was voor ons die persleiding uit Standdaarbuiten vandaar dat we ook vanuit b. en w. hebben aangedrongen op een onderzoek of het inderdaad daarop was mee te nemen, maar dat was een capaciteitsprobleem, vandaar dat dat niet meer kon. Al het werk in het verleden met betrekking tot riolering is ontworpen door hetzelfde adviesbureau Bongaerts, Kuijper en Huijswaard, ik kan niet vanuit de ervaring zeggen dat er dus geen doublures zijn maar aan te nemen is dat er die inderdaad niet zullen zijn. De heer HUIJFEN: Ik heb nog één openstaande vraag, voorzitter. Dat is dat ik opgemerkt heb dat men dus op dit moment de indruk zou kunnen krijgen dat er op dit moment op onverantwoorde wijze geloosd wordt.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 54